Aanwezige aardingsverbindingen binnen behuizingen
of op montageplaten mogen niet gewijzigd worden. In-
dien dit desondanks nodig is bij reparatie- of montage-
werkzaamheden:
► Breng de aardaansluitingen na voltooiing van de
werkzaamheden weer in de originele toestand.
Letsel door hoge temperaturen
► Laat het apparaat vóór werkzaamheden afkoelen.
Veiligheidsinstructies en
waarschuwingssymbolen
► Neem de veiligheidsinstructies en waarschu-
wingssymbolen op de verpakking en op en in het
apparaat in acht.
2.5 Materiële schade vermijden
Ondeskundige werkwijze
Voorwaarden voor een minimalisering van ketelsteen-
en corrosieschade in warmwaterverwarmingsinstalla-
ties:
●
vakkundige planning en ingebruikname
●
corrosietechnisch gesloten installatie
●
integratie van een voldoende gedimensioneerde
drukhouder
●
gebruik van gedemineraliseerd verwarmingswater
(VE-water) of water overeenkomstig VDI 2035-norm
●
regelmatig onderhoud en service
Indien een installatie niet onder de genoemde voor-
waarden gepland, in bedrijf gesteld en gebruikt wordt,
bestaat er risico op de volgende beschadigingen en
storingen:
●
storingen en uitval van onderdelen en componen-
ten, bijv. pompen, kleppen
●
interne en externe lekkage, bijv. aan warmtewis-
selaars
●
verkleining van doorsneden en verstopping van
onderdelen, bijv. warmtewisselaars, buisleidin-
gen, pompen
●
materiaalmoeheid
●
vorming van gasbellen en gaskussens (cavitatie)
●
vermindering van de warmteoverdracht, bijv. door
vorming van aanslag, afzettingen en daarmee
samenhangende geluiden, bijv. kookgeluiden,
stroomgeluiden
► Neem bij alle werkzaamheden aan en met het ap-
paraat de informatie in deze handleiding in acht.
Technische wijzigingen voorbehouden | 83071200dNL | ait-deutschland GmbH
Ongeschikte kwaliteit van het vul- en
bijvulwater in het verwarmingscircuit
Het rendement van de installatie en de levensduur van
de warmteopwekker en de verwarmingscomponenten
hangen in belangrijke mate af van de kwaliteit van het
verwarmingswater.
Wanneer de installatie met onbehandeld drinkwater
wordt gevuld, slaan calcium en magnesium als ketel-
steen neer. Aan de warmteoverdrachtsvlakken van de
verwarming ontstaat dan kalkaanslag. Hierdoor daalt
het rendement en stijgen de energiekosten. In extreme
gevallen worden de warmtewisselaars beschadigd.
► Vul de installatie uitsluitend met gedeminerali-
seerd verwarmingswater (VE-water) of met water
overeenkomstig VDI 2035-norm (zoutarme werk-
wijze van de installatie).
3
Bedrijf en onderhoud
AANWIJZING
Het apparaat wordt via het bedieningsele-
ment van de verwarmings- en warmtepomp-
regelaar bediend (
de verwarmings- en warmtepompregelaar).
3.1 Energie- en milieubewuste
werking
Ook bij het gebruik van een warmtepomp blijven de al-
gemeen geldende voorwaarden voor een energie- en
milieubewuste werking van een verwarmingsinstallatie
onveranderd van kracht. Tot de belangrijkste maatre-
gelen behoren:
●
geen onnodig hoge aanvoertemperatuur
●
geen onnodig hoge temperatuur warm drinkwater
(neem de lokale voorschriften in acht)
●
de ramen niet continu op een kier/in kiepstand
zetten (ventileren), maar korte tijd helemaal ope-
nen (luchten).
●
let op de juiste instelling van de regelaar
3.2 Onderhoud
Het apparaat alleen aan de buitenzijde schoonvegen
met een vochtige doek of een doek en een milde rei-
niger (afwasmiddel, neutrale reiniger). Gebruik geen
agressieve, schurende, zuur- of chloorhoudende reini-
gingsmiddelen.
gebruiksaanwijzing van
5