Stille stand
De warmtepomp kan worden ingesteld op "Stille stand" om
het geluidsniveau van de warmtepomp te verlagen. Deze
functie is handig als de F2120 moet worden geplaatst in
geluidsgevoelige omgevingen. De functie mag alleen voor
beperkte perioden worden gebruikt omdat de F2120 anders
het berekende vermogen mogelijk niet kan leveren.
Ventilator ontdooien
S-SERIE – VVM S / SMO S
Menu 4.11.3 - Ventilator ontdooien
F-SERIE – VVM / SMO
Menu 4.9.7 - tools
VENTILATOR ONTDOOIEN
Instelbereik: uit/aan
VENTILATOR CONTINU ONTDOOIEN
Instelbereik: uit/aan
Ventilator ontdooien: Hier stelt u in of de functie "ventilator
ontdooien" wordt geactiveerd tijdens de volgende keer "ac-
tief ontdooien". Dit kan worden geactiveerd als er ijs/sneeuw
blijft zitten aan de ventilator, het rooster of de ventilatorco-
nus, wat te merken is aan abnormaal ventilatorgeluid vanuit
de F2120.
"Ventilator ontdooien" betekent dat de ventilator, het rooster
en de ventilatorconus worden verwarmd met warme lucht
vanuit de verdamper (EP1).
Ventilator continu ontdooien: Er is een optie om herhaaldelijk
ontdooien in te stellen. Er vindt dan telkens bij de tiende
keer ontdooien "Ventilator ontdooien" plaats. (Hierdoor kan
het jaarlijkse energieverbruik wel hoger worden.)
Bezig met updaten van software
Nadere informatie over het updaten van software vindt u in
de installatiehandleiding van uw binnenmodule of regelmo-
dule.
10
Hoofdstuk 4 | Onderhoud van F2120
NIBE F2120