Aansluitingen
Volg deze instructies om apparatuur op de projector aan te sluiten:
1. Schakel alle apparatuur uit voordat deze aansluit.
2. Gebruik de juiste signaalkabels voor elke bron.
3. Zorg dat de kabels goed zijn geplaatst.
Laptop of desktopcomputer, AV-apparaat
1
LA N
• Niet alle kabels die in de onderstaande verbindingen zijn weergegeven, worden bij de projector geleverd (zie
Inhoud van de verpakking op pagina
• Onderstaande afbeeldingen met verbindingen dienen slechts ter illustratie. De aansluitingen op de achterzijde van
de projector verschillen per projectormodel.
• Bij notebooks worden de externe videopoorten vaak niet ingeschakeld wanneer een projector is aangesloten. Met
de toetsencombinatie FN + functietoets kunt u de externe weergave doorgaans in- of uitschakelen. Druk
tegelijkertijd op FN en een van deze toetsen. Raadpleeg de handleiding van het notebook voor meer informatie
over mogelijke toetsencombinaties.
• Als het geselecteerde videobeeld niet wordt weergegeven nadat u de projector hebt ingeschakeld en de juiste
videobron hebt geselecteerd, controleert u of het videoapparaat is ingeschakeld en goed werkt. Controleer ook of
de signaalkabels op de juiste manier zijn aangesloten.
U dient de projector slechts op een van de volgende videouitgangen aan te sluiten. Elke uitgang levert
een andere videokwaliteit.
HDMI 1 (versie 2.0)
HDMI 2 (versie 1.4a)
PC
16
Aansluitingen
VGA
2
3
IR I N
P C
H D MI 1
HDCP 2.2
7). Deze kabels zijn verkrijgbaar bij elektronicawinkels.
Aansluiting
HDMI
4
12V
T R IG G H ER
1
-
-
H D MI 2
U SB M IN I B
2
R S 232
RJ-45-kabel
1
IR Extender
2
VGA-kabel
3
Hdmi-kabel
4
Beeldkwaliteit
Best
Beter
Goed