14 Plaats het toetsenbord terug (zie "Het toetsenbord terugplaatsen" op
pagina 29).
15 Installeer de geheugenmodule opnieuw (zie "De geheugenmodule(s)
terugplaatsen" op pagina 24).
16 Volg de instructies van stap 4 tot stap 5 in "Het optische station
terugplaatsen" op pagina 19.
17 Plaats de batterij terug (zie "De batterij vervangen" op pagina 16).
18 Plaats alle kaarten terug die u uit de mediakaartlezer hebt verwijderd.
WAARSCHUWING:
terugplaatsen en vastzetten en controleren of er geen losse schroeven in de
computer zijn achtergebleven. Als u dit niet doet, loopt u het risico dat de
computer beschadigd raakt.
19 Zet de computer aan.
OPMERKING:
van de computer in het BIOS van de vervangende systeemkaart in.
20 Voer het serviceplaatje in (zie "Het serviceplaatje invoeren in het BIOS" op
pagina 73).
Het serviceplaatje invoeren in het BIOS
1 Controleer of de netadapter is aangesloten en of de hoofdbatterij goed is
geïnstalleerd.
2 Zet de computer aan.
3 Druk tijdens de POST op F2 om het System Setup-programma te openen.
4 Blader naar het tabblad Security (Beveiliging) en typ het serviceplaatje in
het veld Set Service Tag (Serviceplaatje instellen).
Voordat u de computer aanzet, moet u alle schroeven
Nadat u de systeemkaart hebt vervangen, voert u het serviceplaatje
Moederbord
73