Skylla-IP65
In deze modus functioneert de acculader als een constante spanningsbron:
1. een instelbare uitgangsspanning van 8,0 tot 15,9 V (type 12 V) resp. 16,0 tot 31,8 Volt (type 24 V)
2. een maximale uitgangsstroom van 60 A (type 12 V) resp. 30 A (type 24 V).
3.5. Temperatuurcompensatie (dV/dT)
De temperatuursensor moet worden aangesloten op de plus- of minpool van de accu.
De temperatuurcompensatie is een vaste instelling. Zie tabel en Afb. 4, en geldt voor alle laadtoestanden.
De temperatuursensor moet worden geïnstalleerd wanneer:
• De omgevingstemperatuur van de accu zal naar verwachting regelmatig lager zijn dan 15 °C of regelmatig hoger zijn dan 30 °C
• laadstroom overschrijdt 15 A per 100 Ah accucapaciteit
Temperatuurcompensatie is niet vereist voor Li-ionaccu's.
3.6. Power Control — maximaal gebruik van beperkte walstroom
Een maximale netstroom kan worden ingesteld om het springen van een externe zekering in de netvoeding te voorkomen.
Pagina 11
Controle en aanpassing