ERGA04~08EA + EHBH/X04+08EF
Daikin Altherma 3 R W
4P629085-1B – 2021.11
6
Richtlijnen met betrekking tot mogelijke toepassingen
|
Opstelling
A
A Aanvoerwatertemperatuur primaire zone
B Een eenpersoonskamer
a Speciale interface voor menselijk comfort (BRC1HHDA gebruikt als
kamerthermostaat)
b Terugslagklep (ter plaatse te voorzien)
c Afsluiter (ter plaatse te voorzien)
d Extra ketel (ter plaatse te voorzien)
e Aquastat-klep (ter plaatse te voorzien)
OPMERKING
▪
Controleer of de extra ketel en zijn integratie in het systeem voldoen aan de
geldende wetgeving.
▪
Daikin is NIET verantwoordelijk voor foute of onveilige situaties in het systeem
van de extra ketel.
▪
Zorg ervoor dat het retourwater naar de warmtepomp NIET hoger is dan 55°C.
Om dit te bereiken:
-
Stel de gewenste watertemperatuur via bediening van de extra ketel in op
maximum 55°C.
-
Plaats een aquastatklep in het retourwaterdebiet van de warmtepomp. Stel de
aquastatklep in om dicht te gaan boven de 55°C en open te gaan onder de
55°C.
▪
Plaats terugslagkleppen.
▪
Een expansievat is al standaard aanwezig in de binnenunit. Maar voor een
bivalente werking, zorg er ook voor dat de lus met de extra ketel een expansievat
bevat. Anders zou er geen expansievat meer in het watercircuit zijn als de
bivalente werking in werking treedt en als de aquastatklep zou sluiten.
▪
Plaats de digitale I/O-printplaat (optie EKRP1HBAA).
▪
Sluit X1 en X2 (omschakeling naar externe warmtebron) op de digitale I/O-
printplaat aan op de extra ketel. Zie
warmtebron
aansluiten" [
▪
Om de warmteafgevers op/in te stellen, zie
koelingsysteem
in/opstellen" [
B
e
c
d
c
b
b
"9.3.8 De omschakeling naar de externe
4
132].
4
33].
a
"6.2 Het ruimteverwarmings-/
Uitgebreide handleiding voor de installateur
49