8
|
Installatie van de leidingen
8.5.4 De voordruk van het expansievat wijzigen
Uitgebreide handleiding voor de installateur
106
Hoogteverschil in
(a)
de installatie
≤7 m
De voordruk moet niet
bijgeregeld worden.
>7 m
Doe het volgende:
▪
Verhoog
volgens
hoogteverschil
installatie.
moet met 0,1 bar verhoogd
worden voor elke meter
boven 7 m.
▪
Controleer
watervolume NIET groter is
dan
toegestaan watervolume.
(a)
Er is een hoogteverschil (m) tussen het hoogste punt van het watercircuit en de
binnenunit. Als de binnenunit zich op het hoogste punt van de installatie bevindt, bedraagt
de installatiehoogte 0 m.
Minimum debiet
Controleer of het minimum debiet in de installatie gegarandeerd is in alle
omstandigheden. Dit minimum debiet is vereist tijdens ontdooien/back-
upverwarming. Gebruik daartoe de overdrukomloopklep die bij de unit is geleverd
en respecteer het minimum watervolume.
Minimum nodig waterdebiet
12 l/min
OPMERKING
Wanneer de circulatie in alle of bepaalde ruimteverwarmingslussen geregeld wordt
door op afstand bediende kleppen, is het belangrijk dat dit minimum debiet
behouden blijft, zelfs wanneer alle kleppen dicht zijn. Indien het minimum debiet
niet kan worden bereikt, zal er een debietfout 7H worden gegenereerd (geen
verwarming/bediening).
Zie de aanbevolen procedure zoals beschreven in
4
inbedrijfstelling" [
246].
OPMERKING
ALLEEN een erkende installateur mag de voordruk in het expansievat aanpassen.
Watervolume
≤200 l
Doe het volgende:
▪
Verlaag de voordruk volgens
het vereiste hoogteverschil
van
voordruk moet met 0,1 bar
verlaagd worden voor elke
meter onder 7 m.
▪
Controleer
watervolume NIET groter is
dan
toegestaan watervolume.
Het expansievat van de
binnenunit is te klein voor de
de
voordruk
installatie. In dit geval wordt er
het
vereiste
geadviseerd om een extra vat
van
de
buiten de unit te installeren.
De
voordruk
of
het
het
maximum
>200 l
de
installatie.
De
of
het
het
maximum
"11.4 Checklist tijdens
ERGA04~08EA + EHBH/X04+08EF
Daikin Altherma 3 R W
4P629085-1B – 2021.11