Software-updates kunnen nieuwe functies bevatten.
• Druk op SETTINGS (17) om door de instellingen van de SLA5520 te navigeren.
Groep
Status van apparaat
Menu Instellingen
Details
Apparaatnaam
Software-versie
Bootloader versie
Hardware versie
Netwerknaam (SSID)
Draadloos
Beveiliging (codering)
WiFi Signaal sterkte
WiFi Kanaal
Uniek product-ID (MAC)
Automatisch adres (DHCP)
Product-ID (IP)
Subnet Mask
Verklaring
Naam van de SLA5520.
Software-versie in de SLA5520
Bootloader versie in de SLA5520.De bootloader helpt om de
SLA5520 bij te werken, in geval van storing.
Hardware versie van de SLA5520.
De netwerknaam (SSID) duidt het draadloze netwerk aan.
Deze kan worden gewijzigd door de eigenaar.
SSID - Service Set IDentifier.
De draadloze status van het netwerk bepaalt hoe apparaten
communiceren.
Infrastructure, geniet voorkeur - wanneer er een basisstation,
router, gateway of toegangspunt wordt gebruikt. Apparaten
communiceren via basisstation, router, gateway of toegangspunt.
Bijvoorbeeld - Philips basisstation (met toegang tot het Internet),
pc met draadloos systeem ingebouwd en Philips SLA5520.
Point-to-point (Ad-Hoc) - Apparaten communiceren direct met
elkaar.
Bijvoorbeeld - pc met ingebouwd draadloos systeem en Philips
SLA5520
Geeft aan of beveiliging (codering) is ingeschakeld voor het
draadloze netwerk: 'WPA', 'WEP of 'Geen'.
WPA, best - Wireless Protected Access
WEP, goed - Wired Equivalent Protocol
Geen
Sterkte van het signaal dat wordt ontvangen van het draadloze
netwerk.
Geeft aan welk WiFi Kanaal wordt gebruikt door het netwerk.
Uniek productidentificatienummer van de SLA5520.
MAC - Media Access Control
Er wordt een productidentificatienummer (IP-adres) toegewezen
aan de SLA5520. Dit wordt gebruikt voor de communicatie met
het netwerk.Het wordt toegewezen door een DHCP-server.
DHCP - Dynamic Host Configuration Protocol
Productidentificatienummer (IP-adres) toegewezen aan de
SLA5520 voor communicatie op het netwerk.
Bijvoorbeeld - 192.168.0.1 (192.168.000.001)
IP-adres - Internet Protocol adres.
Het Subnet Mask bepaalt de mogelijke
productidentificatienummers (IP-adressen) op het netwerk.
Het Subnet Mask moet gelijk zijn voor alle apparaten.
Bijvoorbeeld - 255.255.255.0 (255.255.255.000)
NL
21