5 ALGEMENE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
WAARSCHUWING! Neem alle voorschriften door. Het niet naleven van de voorschriften kan
elektrische schokken, brand en/of ernstige verwondingen veroorzaken. Het hierna gebruikte
begrip „elektrisch gereedschap" heeft betrekking op elektrisch gereedschap, gevoed door het
elektriciteitsnet (met elektriciteitskabel) of op batterij (snoerloos).
6 IN ACHT TE NEMEN VOOR DE INBEDRIJFSTELLING!
▪
De elektrische aansluiting gebeurt via een reglementair aangesloten geaard stopcontact,
met een netspanning van 230 Volt/50 Hz. Zekering van minstens 6 Ampère.
Voorzichtig !
Aan zwembassins en tuinvijvers en in hun veiligheidsbereik is het gebruik van de pomp enkel
toelaatbaar mits zij beveiligd is door een verliesstroomschakelaar met een uitschakelende
nominale stroom tot 30 mA (overeenkomstig VDE 0100 deel 702, 738).
De pomp mag niet in werking zijn of gezet worden als zich personen in het zwembassin of in
de tuinvijver bevinden. Raadpleeg Uw elektricien!
Attentie!
(voor uw veiligheid) Laat alvorens uw nieuwe dompelpomp in gebruik te nemen een
vakkundige controleren of
▪
De aarding
▪
De geaarde nulleider
▪
De verliesstroomschakelaar beantwoorden aan de voorschriften van de
elektriciteitsmaatschappij en correct functioneren.
▪
De elektrische stekkerverbindingen moeten tegen vocht beschermd worden.
▪
Bij overstromingsgevaar moeten de stekkerverbindingen naar een tegen overstroming
beschermde zone overgebracht worden.
▪
Het transport van agressieve vloeistoffen en op corrosie berustende (als
smeergelwerkende) stoffen moet in ieder geval vermeden worden.
▪
De dompelpomp moet tegen vorst beschermd worden.
▪
De pomp mag niet drooglopen.
▪
Maatregelen treffen opdat de pomp niet in de handen van kinderen kan geraken.
Duurzaamheid
De door u aangeschafte dompelpomp is geschikt voor het transport van water met een
temperatuur van maximum 35°C.
Deze pomp mag niet voor andere vloeistoffen gebruikt worden en met name nooit voor
motorbrandstof, schoonmaakmiddelen en andere chemische producten!
7 DE INSTALLATIE
Het installeren van de dompelpomp kan op de volgende manieren gebeuren:
▪
Stationair met een vaste buisleiding
▪
of
▪
Stationair met een flexibele slang.
Attentie!
Bij de installatie opletten dat de pomp nooit vrij hangend aan de drukleiding of aan de
stroomkabel gemonteerd mag worden. De dompelpomp moet aan de draaggreep, die
daarvoor voorzien is, worden opgehangen of moet op de bodem van de schacht liggen. Ten
einde een perfecte werking van de pomp te verzekeren, moet de bodem van de schacht altijd
vrij zijn van slijk of van andere verontreinigingen.
Bij een te laag waterpeil kan het slijk aanwezig in de schacht snel uitdrogen en de pomp
verhinderen aan te slaan. Daarom is het noodzakelijk om de dompelmotorpomp regelmatig te
controleren (aanlooptest uitvoeren).
De vlotterschakelaar is dusdanig ingesteld dat een onmiddellijke inbedrijfstelling mogelijk is.
Copyright © 2022 VARO NV
POWXG9507
P a g e
| 3
NL
www.varo.com