1. Zoek naar een zichtbaar object dat herkenbaar is
op uw kaart en volg stap 1 tot 3 van de procedure
'Uitvoeren van de peiling'.
2. Plaats de lange kant van het kompas op het object
op de kaart.
3. Draai het kompas tot de oriëntatielijnen en de
meridiaanlijnen parallel lopen en trek een lijn vanaf
het object.
4. Kies een tweede object en herhaal stap 1 tot 3.
Daar waar de twee lijnen elkaar snijden is uw positie
en hoe dichter de hoek tussen de twee elkaar snijdende
lijnen bij 90° ligt, hoe preciezer de bepaling.
7.
Meten van de inclinatie van een helling
De schaalverdeling voor de declinatiecorrectie op de
achterzijde van het kompashuis fungeert ook als de
schaalverdeling voor de clinometer.
1. Draai het kompashuis naar een peilingindex van
270° (West) en kantel het kompas op zijn zijde met
de declinatieschaalverdeling naar beneden.
2. Als u duidelijk zicht heeft langs de helling, lijnt u
het kompas uit naar de helling met de achterzijde
van het kompas op u gericht.
N
W
E
S
1
1
N
W
E
S
1
B
1
2
2
2
2
X °
4