WAGNER Project Pro 119 - 0418C
WAGNER Project Pro 119 - 0418C
Niet-verwerkbare materialen
Materialen die sterk schurende bestanddelen bevatten, façadeverf,
logen en zuurhoudende coatingmaterialen.
Materialen met een vlampunt van onder 21°C.
Neem contact op met de Wagner-serviceafdeling, om in
i
geval van twijfel de verdraagzaamheid van het
coatingmateriaal met de voor de bouw van het apparaat
gebruikte materialen te garanderen.
Toepassingsbereik
Coaten van wanden binnenshuis alsook kleine en middelgrote
objecten buitenshuis (bijv. schuttingen, garagedeuren etc.).
Montage
Figuur 2 - De wagen uitklappen
1. Til het basistoestel op de containerhouder op. Trek de
voetbeveiliging naar boven en klap de voeten uit.
2. Zet de voetbeveiliging omlaag om de voeten op hun plaats te
vergrendelen.
3. Draai de knop aan beide zijden van de wagen helemaal in de
richting van de pijl "UP". Trek de hendel omhoog totdat de
motorbehuizing en de hendel op zijn plaatst klikt. Zorg ervoor
dat u de voedingskabel niet afklemt met de wagen.
Figuur 3 - De slang aansluiten
Zorg ervoor, dat de pomp is uitgeschakeld (positie O) en
het spuittoestel van het stroomnet is losgekoppeld.
Gevaar
1. Draai de hogedrukslang op het spuitslangaansluitstuk. Draai
deze vast met een verstelbare sleutel.
2. Draai het andere uiteinde van de slang op het spuitpistool. •
Houd het spuitpistool met een verstelbare schroefsleutel op
het handvat vast en draai de moer van de slang vast met de
andere.
Het spuitmondstuk mag pas worden aangesloten
i
nadat de spuit en de spuitslang zijn schoongeblazen en
geprepareerd.
Figuur 4 - De aanzuigset aansluiten
1. Haal de dop van de inlaatklep (a). Draai de aanzuigslang op de
inlaatklep draai deze stevig handvast aan. Zorg ervoor dat het
geheel ongehinderd kan draaien.
2. Zet de zwarte borgklem voor de retourslang op het einde van
de retourslang. Druk de klem samen en schuif de slang op het
retouraansluitstuk.
3. Verzeker, dat de dichting (b) in de aanzuigleiding tussen slang
en inlaatfilter zit. Draai het inlaatfilter in het uiteinde van de
aanzuigslang.
Voordat u begint
Figuur 5 - Het spuitpistool vergrendelen
Zet de trekker altijd vast in de vrije stand wanneer u
het spuitmondstuk aanbrengt of wanneer het
spuitpistool niet in gebruik is.
Gevaar
1. Het pistool is vergrendeld wanneer de trekkervergrendeling
zich onder een hoek van 90° (haaks) bevindt ten opzichte van
de trekker.
Figuur 6 - Drukontlastingsprocure
Vergeet niet de drukontlastingsprocedure uit te
voeren wanneer u het toestel om welke reden dan
ook afsluit. Deze procedure wordt gebruikt voor het
Gevaar
ontlasten van de druk in de spuitslang.
1. Vergrendel het spuitpistool. Zet de schakelaar AAN/UIT op de
stand UIT (O).
2. Zet de knop PRIME/SPRAY op PRIME.
3. Ontgrendel het spuitpistool en schiet het spuitpistool af tegen
de zijkant van het materiaalvat. Vergrendel het spuitpistool.
Prepareren
Figuur 7 - Preparatie voorbereiden
1. Spuit een beetje olie uit het toegevoegde flesje in de
gemarkeerde opening (tip: het toestel daarbij naar achteren
kiepen). Zonodig kunt u ook een lichte huishoudelijke olie
gebruiken.
De PP119 is voorzien van een Sureflo™-klep die
i
automatisch wordt geactiveerd wanneer de pomp AAN
(I) wordt gezet.
Figuur 8 - De spuit prepareren
1. Plaats een vol vat met spuitmateriaal onder de aanzuigslang
(a). Zet de retourslang (b) vast in een afvalvat.
2. Zet de PressureTrac™ op maximum druk (+).
3. Zet de knop PRIME/SPRAY op PRIME.
4. Sluit de spuit aan op het stopcontact en zet de AAN/UIT-
schakelaar op de stand AAN (I).
Het toestel begint materiaal aan te zuigen in de
i
aanzuigslang, de via de retourslang naar buiten. Laat
het toestel lang genoeg draaien om restvloeistoffen uit
de pomp te verwijderen totdat het spuitmateriaal weer
door de retourslang naar buiten komt.
5. Schakel de pomp UIT (O). Haal de retourslang uit het
afvalvat en plaats deze in de werkstand boven het vat met
spuitmateriaal. Bind de twee slagen samen met de metalen
klem.
Figuur 9 - De spuitslang prepareren
1. Ontgrendel het spuitpistool en zet de knop PRIME/SPRAY op
PRIME.
i
Sluit het spuitmondstuk niet aan tijdens het
schoonblazen van de spuitslang.
2. Trek de trekker aan en richt het spuitpistool op een zijwand
van een afvalvat. Bij gebruik van materiaal op oliebasis moet
het spuitpistool worden geaard tijdens het schoonblazen (zie
onderstaande waarschuwing).
Houd uw handen uit de buurt van de
vloeistofstroom. Aard het pistool tijdens het
schoonblazen door het tegen de rand van een
betalen vat te houden. Als u dit niet doet, kan een
Gevaar
statische ontlading plaatsvinden die brand kan
veroorzaken.
3. Zet de pomp tijdens het aantrekken van de trekker op AAN (I)
en zet de knop PRIME/SPRAY op SPRAY. Houd de trekker vast
totdat alle lucht, water en oplosmiddel uit de spuitslang is
geblazen en het materiaal vrij stroomt.
51