De zelfaandrijving
gebruiken
Om de zelfaandrijving te activeren, loopt u eenvoudig
vooruit met uw handen op het bovenste deel van
de handgreep en uw ellebogen naast uw lichaam;
de maaimachine richt zich automatisch naar uw
loopsnelheid
(Figuur
14).
Figuur 14
Opmerking:
Als de maaimachine niet vrij
naar achteren rolt na het inschakelen van de
zelfaandrijving, sta dan stil, houd uw handen bij
de handgreep en laat de maaimachine een paar
centimeter naar voren rollen om het aandrijfsysteem
uit te schakelen. U kunt ook de metalen hendel
aanraken die zich net onder de bovenste handgreep
bevindt en de machine een paar centimeter naar
voren duwen. Als de maaimachine nog steeds niet
naar achteren wil rollen, moet u contact opnemen met
een erkende Service Dealer.
De motor afzetten
Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks
Om de motor af te zetten, laat u de bedieningsstang
van het maaimes los.
Belangrijk:
Als u de bedieningsstang loslaat,
moeten de motor en het mes binnen 3 seconden
stoppen. Als dit niet gebeurt, mag u de machine
niet verder gebruiken en moet u contact opnemen
met een erkende servicedealer.
Maaisel recyclen
De machine kan maaisel en bladafval over het gazon
verspreiden (recycling).
Als de grasvanger aan de maaimachine is bevestigd
en de grasvangerhendel zich in de grasvangstand
bevindt, eerst de hendel in de recycle-stand zetten
(raadpleeg
De grasvangerhendel bedienen (bladz.
14)). Als het zijuitwerpkanaal op de machine
is bevestigd, moet u dit verwijderen, zie
zijuitwerpkanaal verwijderen (bladz.
g233423
13
Het
15).