8.
In het projectvenster wordt één HST-bestand
weergegeven voor elk printerbestand dat is toegevoegd.
Schrijf deze namen zorgvuldig op. Zorg ervoor dat u de
namen exact overneemt, zoals ze worden weergegeven.
De namen zijn hoofdlettergevoelig. Later hebt u deze
namen weer nodig.
9.
Kies Projects (Projecten)→Save Project (Project opslaan) en
voer een beschrijvende naam in (bijvoorbeeld
"Briefpapier") waaraan u het project later kunt herkenen
als u wijzigingen wilt aanbrengen.
10.
Kies Projects→Send Project Files to Printer Projectbestanden
naar de printer verzenden) om het project naar de printer
te laden.
Als u een harde schijf in de printer hebt geïnstalleerd, laadt
SDM bestanden automatisch naar deze harde schijf. Als er
geen schijf is geïnstalleerd, laadt SDM bestanden in het
flashgeheugen. Als u over een harde schijf beschikt, maar
de bestanden liever in het flashgeheugen laadt, dubbelklikt
u in het projectvenster op de bestandsnaam, voert u onder
Volume %Flash0% in en klikt u op OK.
11.
Als het bericht "Command Issued" (Opdracht verzonden)
verschijnt om te bevestigen dat het laden is voltooid, klikt
u op OK om het bericht te sluiten.
E
EN TESTAFDRUK VAN DE OVERLAY MAKEN
1.
Klik op het printerpictogram van de relevante printer en
kies Printers→Test Form (Formulier testen).
2.
Selecteer in het venster Test PostScript Form (PostScript-
formulier testen) elke overlay en klik op OK om de
overlays te testen. Na een korte pauze waarin de printer
het formulier verwerkt, wordt het formulier afgedrukt.
3.
Klik op Afsluiten als elke overlay is getest.
4.
Klik op de standaardknop Sluiten (X) van Windows of kies
Projects (Projecten)→Exit (Afsluiten) om de Storage Device
Manager te sluiten.
O
VERLAYS DEFINIËREN
Dit is de laatste stap voordat de nieuwe overlays gereed zijn
voor gebruik.
1.
Open het venster Printers ("Printers en Faxen" in
Windows XP) via het menu Start of via het
Configuratiescherm van Windows.
Overlays en macro's> 89