REMKO koelmodule
7
Vóór de inbedrijfstelling
Eerste inbedrijfstelling
Wij adviseren de eerste inbedrijfstelling door een
REMKO servicetechnicien of een door REMKO
geautoriseerde technicien te laten uitvoeren. Wij
adviseren bovendien het ingebruiknameprotocol in
te vullen en deze aan REMKO per post of e-mail
binnen acht dagen terug te sturen. Bovendien
moet aan de volgende vereisten voor de inbedrijf-
stelling worden voldaan.
AANWIJZING!
Voor de inbedrijfstelling moeten alle hydrauli-
sche delen gespoeld en volgens de norm
gevuld zijn. Is een drinkwaterreservoir geïnstal-
leerd, dan moet dit voor de inbedrijfstelling
eveneens gevuld zijn.
Verwarmingsinstallatie
n
Vul de verwarmingsinstallatie volgens VDI
2035 met VE-water (volledig ontzout). Wij advi-
seren het toevoegen van een REMKO volle-
dige verwarmingsbescherming.
Spoel, reinig en ontlucht het volledige verwar-
n
mingsnetwerk (incl. hydraulische compen-
satie).
n
Om mogelijk drukverlies te waarborgen voert u
een druktest uit. Verhelp de lekkages om ook
het indringen van zuurstof in het leidingsys-
teem te voorkomen.
n
Pas de voordruk in het expansievat aan de sta-
tische druk van de installatie aan.
n
De soort uitvoering en de statische hoogte van
de installatie bepaalt de bedrijfsdruk. De druk
kan op de manometer worden afgelezen.
Controleer of alle kleppen van de verwarmings-
n
installatie en de verdeler open zijn om de vrije
volumestroom te waarborgen.
n
Controleer de stromingsrichting van het ver-
warmingscircuit (op de warmtepomp aange-
geven).
Bronsysteem (zoutwater gesloten systeem)
n
Om mogelijk drukverlies te waarborgen voert u
een druktest uit. Verhelp de lekkages om ook
het indringen van zuurstof in het leidingsys-
teem te voorkomen.
n
Pas de voordruk in het expansievat aan de sta-
tische druk van de installatie aan.
n
Vul het bronsysteem volledig met zoutwater
(water met vorstbeschermingsmiddel-concen-
tratie ten minste 25%) en ontlucht deze.
n
De soort uitvoering en de statische hoogte van
de installatie bepaalt de bedrijfsdruk. De druk
kan op de manometer worden afgelezen.
18
n
Controleer of alle kleppen van de bronsysteem
en de verdeler open zijn om de vrije volume-
stroom te waarborgen.
n
Controleer de stromingsrichting van het bron-
systeem (op de warmtepomp aangegeven).
Bronsysteem (water-water systeem)
n
Voer een dichtheidscontrole van het systeem
uit.
n
Controleer of de onderwaterpomp of een
andere pomp water transporteert. In enkele
gevallen moet de bronpomp worden ontlucht
en met water worden gevuld.
n
Controleer of alle kleppen van de bronsysteem
en de verdeler open zijn om de vrije volume-
stroom te waarborgen.
n
Controleer de stromingsrichting van het bron-
systeem (op de warmtepomp aangegeven).