7.
Schakel de schrapers uit door de schraperveer te verwijderen. De schrapers
kunnen bereikt worden door de toegangsplaat onder de aandrijvingrol te
verwijderen. Zorg ervoor dat de schraperveer weer aangebracht wordt.
8.
Reinig en trek de aanvoerwals en elevator recht.
9.
Het grondig reinigen van de kruiselingse en afvoervijzel na gebruik is
aanbevolen.
Opsporing van fouten
1. Korrels zijn te ver geplet, d.w.z. zien er deegvormig uit:
Rollen staan te dicht bij elkaar.
Snelheid van de machine is te hoog.
Vergroot de afstand tussen de rollen en verminder de snelheid zodat het graan
door de rollen glijdt en niet aan het oppervlak van de rollen kleeft. De
aanbevolen gebruikssnelheid van de aftakas is 300 - 500 rpm.
De machine is nu gereed voor de Opstartprocedure - zie pagina 18.
2. Een mengsel van hele ongeplette korrels en deegvormige korrels:
Rollen staan niet parallel aan elkaar.
Stel de rollen bij zodat de afstand aan beide einden gelijk is.
Controleer de spanning van de bladveer/krik.
De machine is nu gereed voor de Opstartprocedure - zie pagina 18.
3. Deeg blijft aan de rollen plakken en sommige korrels worden verspreid:
De schraapmessen onder de rollen zijn onjuist afgesteld of de veer is niet
aangebracht.
Reinig de schraapmessen en controleer dat zij het graan gelijkmatig van het
oppervlak van de rollen schrapen. Indien nodig, stel de veer bij of vervang de
messen. De veer dient elk mes tegen de rol aan te duwen.
De machine is nu gereed voor de Opstartprocedure - zie pagina 18.
- 19 -