11.2. Sterschakeling / Driehoekschakeling
Volgende circuits alleen mogelijk voor afmetingen 225 ... 560:
■ Sterschakeling
■ Driehoekschakeling
Als de apparaten ondanks correcte aansluiting op het lichtnet of de frequentieomvormer tegen de aan-
gegeven draairichting draaien, moet dit worden gecorrigeerd. Hiervoor kunnen twee fasen op het klem-
menblok worden omgewisseld (bijvoorbeeld L1 met L2 of L2 met L3). Vervolgens moet de draairichting
nogmaals worden gecontroleerd.
Voor de elektrische aansluiting, voor de instellingen van een motorbeveiligingsschakelaar of voor de para-
meterinstelling van een frequentieomvormer zijn alleen de technische gegevens van het typeplaatje van de
ventilator relevant. Deze kunnen afwijken van de technische gegevens van de motor.
11.3. Thermische motorbeveiliging
Tijdens gebruik worden elektrische motoren warm. Onder bepaalde omstandigheden (te hoge omgevings- of vloeistoftemperaturen,
zware vervuiling, enz.), kan de motortemperatuur de veiligheidslimiet van de elektrisch geïsoleerde componenten overschrijden. Om
motorschade te voorkomen zijn verschillende vormen van temperatuurbewaking mogelijk, waarvan er ten minste één op de locatie
moet worden geïnstalleerd:
■ Bewaking van de thermische motorstroom via een FU
■ Motorbeveiligingsschakelaar
12 | MPC...D
Bij sterschakeling zijn de aansluitingen U2, V2 en W2 verbonden
door de kortsluitstrips. Om hier een rechts draaiveld te krijgen,
moet L1 op U1, L2 op V1 en L3 op W1 worden aangesloten.
De sterschakeling moet worden gebruikt als de motor direct op
een driefasig netwerk met een lijnspanning van 400 V moet wor-
den gebruikt.
De sterschakeling moet ook worden gebruikt bij aansturing via
een frequentieomvormer met 400 V uitgangsspanning (normaal
gesproken frequentieomvormers met driefasige 400 V netaan-
sluiting).
Bij driehoekschakeling wordt door de kortsluitstrips U1 met W2,
V1 met U2 en W1 met V2 verbonden. Om hier een rechts draai-
veld te krijgen, moet L1 op U1, L2 op V1 en L3 op W1 worden
aangesloten.
De driehoekschakeling moet worden gebruikt wanneer de motor
rechtstreeks op een 3-fasig netwerk met een spanning van 230
V moet worden aangesloten.
De driehoekschakeling moet ook worden gebruikt bij aansturing
via een frequentieomvormer met 230 V uitgangsspanning (nor-
maal gesproken frequentieomvormers met 1-fase 230 V netaan-
sluiting).
Installatie-, bedienings- en onderhoudsinstructies
NL