Gebruikershandleiding
6.3
Verwarmingscurve aanpassen
Vergeleken met de comfortaanpassing die op de eerste pagina mogelijk is, is de verwarmingscurve een meer
geavanceerde en complexe manier om de verwarming aan te passen, maar het biedt ook zeer goede mogelijk-
heden om de verwarmingsinstellingen nauwkeuriger af te stellen om ook bij veranderingen in de buitentem-
peratuur het gewenste binnenklimaat te realiseren.
Als u niet weet hoe de verwarmingscurve werkt, adviseren we om eerst het hoofdstuk Verwarmingscurve in de
bijlage in deze handleiding te lezen.
aanvoerleiding (˚C)
80
60
40
34
29
21
20
17
10
5
6.4
Verwarmingsinstellingen
In Verwarmingsinstellingen kunt u de seizoensstop en de min./max. aanvoerleidingtemperatuur instellen.
Het instellen van de minimale en maximale aanvoertemperatuur is met name belangrijk als u vloerverwarming
hebt.
Als uw woning is voorzien van vloerverwarming, mag de aanvoerleidingtemperatuur niet hoger worden dat de
waarden die door de fabrikant van de vloer worden aanbevolen. Anders kan de vloer beschadigd raken.
Zie hoofdstuk Verwarmingsinstellingen in de bijlage voor meer informatie.
12
Calibra
11:20
1. Druk op
2. Druk op
59
+1
51
3. Druk op
44
40
4. Er zijn twee manieren om de verwarmingscurve aan te passen:
buitenshuis (˚C)
0
-5
-15
-25
5. Bevestig de nieuwe selectie door te drukken op
1. Druk op
2. Druk op
3. Druk op
4. Voer de gewenste wijzigingen door.
5. Bevestig de instellingen door op
BWCA01UG0110
op het startscherm om het menuscherm te openen.
als de verwarmingscurve niet wordt getoond.
▪ Als de curve-indicator
hele curve aan te passen.
Of:
▪ Als de curve-indicator
punten afzonderlijk worden verplaatst door op
drukken totdat de gewenste temperatuur is bereikt.
op het startscherm om het menuscherm te ope-
nen.
als de Verwarmingsinstellingen niet worden ge-
toond.
brandt, drukt u op
40
niet brandt, kunnen specifieke
40
te drukken.
of
om de
en
te
Thermia AB