PRESSOSTAAT
Drukschakelaar die een alarm laat afgaan en/of de compressor stopt,
indien er een druk ontstaat in het systeem die niet is toegestaan. Een
hogedrukpressostaat wordt geactiveerd wanneer de condensdruk te
groot wordt. Een lagedrukpressostaat wordt geactiveerd wanneer de
verdampingsdruk te laag is.
RADIATOR
Een ander woord voor verwarmingselement. Deze moeten worden gevuld
met water om te kunnen worden gebruikt in combinatie met de F1255PC
BE.
RETOURLEIDING
De leiding waardoor het water wordt teruggeleid van het verwarmings-
systeem van de woning (radiatoren/verwarmingsspiraalen) naar de ver-
warmingspomp.
RETOURTEMPERATUUR
De temperatuur van het water dat terugkeert naar de warmtepomp, nadat
de warmte-energie is afgegeven aan de radiatoren/verwarmingsspiraalen.
RUIMTEVOELER
Een voeler die zich binnenshuis bevindt. Deze voeler geeft aan de
warmtepomp aan hoe warm het binnenshuis is.
SHUTTLEKLEP
Een klep die vloeistof in twee richtingen kan sturen. Een shuttleklep die
vloeistof naar het klimaatsysteem stuurt als de warmtepomp warmte
voor het huis produceert, en naar de boiler als de warmtepomp warm
water produceert.
SPIRAALTANK
Een verwarming met een spiraal erin. Het water in de spiraal warmt het
water in de verwarming.
NIBE F1255PC
BE
Hoofdstuk 6 | Verklarende woordenlijst
85