Door een extern contact aan te sluiten, bijvoorbeeld een kamerthermostaat of
een timer, kan de kamertemperatuur tijdelijk of periodiek worden verhoogd of
verlaagd. Als het contact is aangesloten, wordt de verschuiving van de verwar-
mingscurve gewijzigd met het aantal stappen dat in het menu is geselecteerd.
Als er een ruimtesensor is geïnstalleerd en geactiveerd, is de gewenste kamer-
temperatuur (°C) ingesteld.
Als er meer dan één afgiftesysteem is, kan de instelling afzonderlijk worden
verricht voor ieder systeem.
MIN. AANVOER TEMP.
Menu
1.9.3
verwarming
Instelbereik: 5-70 °C
Standaardwaarde: 20 °C
koeling
Afhankelijk van het gebruikte accessoi-
re kan het instelbereik variëren.
Fabrieksinstelling: 18 °C
In menu 1.9.3 kiest u verwarmen of koelen, in het volgende menu (min. aanvoer-
temp. verwarmen/koelen) stelt u de minimumtemperatuur in voor de aanvoer-
temperatuur naar het klimaatsysteem. Dit betekent dat de F1255PC BE nooit
een lagere temperatuur berekent dan de hier ingestelde temperatuur.
Als er meer dan één afgiftesysteem is, kan de instelling afzonderlijk worden
verricht voor ieder systeem.
NIBE F1255PC
BE
klimaatsysteem 1
klimaatsysteem 2
klimaatsysteem 3
klimaatsysteem 4
min. aanvoertemp. koeling1.9.3.2
klimaatsysteem 1
klimaatsysteem 2
klimaatsysteem 3
klimaatsysteem 4
Hoofdstuk 3 | F1255PC BE – tot uw dienst
min. aanv.temp. verw 1.9.3.1
20
°C
20
°C
20
°C
20
°C
18
°C
18
°C
18
°C
18
°C
37