D e t e c t i o n
D e t e c t i o n
5. 5. Samenvatting van de alarmsignalen
Akoestisch: 3 piepen per seconde
LED: 3 flitsen per seconde
Trilalarm: 1 keer per seconde
Display: Wisselt af tussen (OVER) en het maximale meetbereik.
HOOG ALARM: Akoestisch: 3 piepen per seconde, LED:3 flitsen per seconde
Trilalarm: 1 keer per seconde, Display: HIGH knippert twee keer per seconde
LAAG ALARM: Akoestisch: 2 piepen per seconde, LED: 2 flitsen per seconde
Trilalarm: 1 keer per seconde, Display: LOW knippert twee keer per seconde
STEL ALARM: Akoestisch: 1 piep per seconde, LED: 1 flits per seconde
Trilalarm: 1 keer per seconde, Display: STEL knippert twee keer per seconde
TWA ALARM: Akoestisch: 1 piep per seconde, LED: 1 flits per seconde
Trilalarm: 1 keer per seconde, Display: TWA knippert twee keer per seconde
ALARM VOOR NEGATIEVE WAARDE: Akoestisch: 1 piep per seconde
LED: 1 flits per seconde, Trilalarm: 1 keer per seconde, Display: Toont een
negatieve concentratie
Voorzichtig
Een negatieve gedetecteerde concentratie betekent dat het toestel niet juist gekalibreerd is of dat er
een probleem is met de sensor.
Voer een zerokalibratie en een spankalibratie uit.
BUMPTESTINTERVAL OVERSCHREDEN:
Akoestisch: 1 piep per minuut
LED: 1 flits per minuut
Trilalarm: 1 keer per minuut
Display: BUMP wisselt af met de gedetecteerde concentratie
UNI Sustainable Enkelgasdetector
16
Handleiding