Probleem/mogelijke
oorzaak
Verkeerde luchtslang
geselecteerd.
Er wordt een niet-geventileerd
masker gebruikt.
De ventilatieopeningen zijn
mogelijk geblokkeerd.
EPAP is mogelijk te laag
ingesteld.
Apparaat start niet wanneer u in het masker ademt
Ademhaling is niet diep genoeg
om SmartStart/Stop te
activeren.
SmartStart/Stop is uitgeschakeld
omdat het alarm voor hoge
lekkage of minuutventilatie laag
is ingeschakeld.
SmartStart/Stop is uitgeschakeld
omdat Stop bevestigen is
ingeschakeld.
SmartStart/Stop is
uitgeschakeld.
Er is sprake van buitensporige
lekkage.
Apparaat stopt niet wanneer u uw masker afneemt
SmartStart/Stop is uitgeschakeld
omdat het alarm voor hoge
lekkage of minuutventilatie laag
is ingeschakeld.
6
Oplossing
Controleer als u de SlimLine-, Standaard- of 3 m-luchtslang gebruikt
of u de juiste luchtslang hebt geselecteerd via het menu.
Gebruik uitsluitend een geventileerd masker.
Controleer of u voldoende beademing ontvangt. Maak de
ventilatieopeningen van het masker zo nodig vrij.
Bespreek uw instellingen met uw arts.
Adem eenmaal diep in en uit door het masker.
Druk op Start/Stop om met de behandeling te beginnen.
Er verschijnt een bericht op het scherm. Om de behandeling te
stoppen, selecteer Ja en druk op de drukknop.
Raadpleeg uw arts om de SmartStart/Stop-functie in te schakelen.
Stel de positie van het masker en de hoofdband bij.
Sluit beide uiteinden van de luchtslang stevig aan.
Druk op Start/Stop om de behandeling te stoppen.