Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Graco 232204 Bedieningsinstructies pagina 14

Inhoudsopgave

Advertenties

Afstellen van het spuitpatroon
1.
Start de pomp. Regel met het reduceerventiel (G)
de pompsnelheid en de vloeistofdruk, totdat de straal
geheel uit fijne druppels bestaat. Gebruik de laagst
mogelijke druk die nog het gewenste resultaat geeft.
Een hogere druk geeft in het algemeen geen beter
spuitpatroon, en veroorzaakt voortijdige slijtage van
tip en pomp.
OPMERKING: Het reduceerventiel (201) voor de vloeistof
zorgt voor een nauwkeuriger afregeling
van de vloeistofdruk aan het pistool. Alleen
de modellen 232251, 232252, 232255 en
232256 zijn hiermee uitgerust.
WAARSCHUWING
GEVAAR VAN SCHEUREN VAN
COMPONENTEN
Door te hoge druk zouden componenten
kunnen scheuren, wat ernstige verwondingen
kan veroorzaken. Laat de aan deze apparatuur toege-
voerde perslucht daarom nooit de druk van 0,7 MPa of-
wel 7 bar overschrijden. Ook het pistool mag nooit lucht
met een druk hoger dan 0,7 MPa (7 bar) toegevoerd
krijgen. Zie ook de Technische Gegevens op blz. 24
en de afzonderlijke handleidingen van elke component.
2.
Houd bij het spuiten het pistool op een constante af-
stand, ongeveer 200 mm tot 300 mm van het te spuiten
voorwerp, loodrecht op het oppervlak. Zwaai het pistool
niet in een boog, omdat dan een ongelijkmatige laklaag
ontstaat. Laat de trekker helemaal los, of knijp de trekker
geheel in, maar gebruik geen tussenstand. Oefen met
spuiten om de beste lengte en snelheid van de stroken
te vinden.
14 308757
Bediening
3.
Volg voor het afstellen van het spuitpatroon de instructies
in de handleiding die bij het pistool geleverd wordt.
4.
Als de pomp en leidingen goed gevuld zijn en er vol-
doende luchtdruk en luchttoevoer is, zal de pomp starten
en stoppen zodra het pistool wordt geopend en gesloten.
Laat de pomp nooit drooglopen. Een droge pomp zal snel
harder gaan lopen, en mogelijk schade veroorzaken. Als
uw pomp te snel loopt, stop hem dan meteen en controleer
de vloeistofaanvoer. Als het vloeistofvat leeg is en er lucht
in de leidingen gepompt is, vul dan het vat en vul ook de
pomp en de leidingen weer, of spoel door, en laat pomp
en leidingen gevuld met een geschikt oplosmiddel. Zorg
dat er geen lucht achterblijft in het vloeistofsysteem.
Stilzetten van de pomp na het werk
Steeds wanneer u de druk moet ontlasten moet u altijd
de Drukontlastingsprocedure beschreven op blz. 11
volgen, om zo het risico van ernstig letsel te verminderen.
Let bij het stilzetten van de pomp aan het eind van de werk-
dag op, dat de zuiger altijd in de onderste stand van de slag
blijft staan, om te voorkomen dat vloeistof opdroogt op de
onderpomp en de halspakkingen beschadigt. Ontlast de
druk.
Spoel de pomp altijd door voordat vloeistof op de onderpomp
kan opdrogen. Zie Spoelen op bladzijde 17.
VOORZICHTIG
WAARSCHUWING

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave