Control Panels
Nummer - Beschrijving
3 - Weerstand van 1,0 kΩ bij apparaat
4 - Weerstand van 1,0 kΩ aan uiteinde (EOL, End of Line)
12.2
Responstijd van zones
De inbraakcentrale scant de sensorlussen voor ingebouwde en externe zones elke 410
milliseconden. In RPS en in de programmeertool Installer Services Portal (beschikbaar in
Europa, het Midden-Oosten, Afrika en China) wordt de responstijd van de zone ingesteld met
de parameter 'Debounce' in het gedeelte 'Zonetoewijzingen'. Stel in hoe lang de
inbraakcentrale een zone moet scannen voordat de centrale een alarm verzendt.
De debounce-tijd kan variëren van 410 milliseconden tot 6,15 seconden. De
standaardinstelling voor 'Debounce' is 820 ms.
Bericht!
Voordat u de debounce-tijd verhoogt
Het verhogen van de debounce-tijd kan tot gevolg hebben dat er alarmen worden gemist. Als
u de debounce-tijd verhoogt, kunnen detectieapparaten een alarm detecteren en resetten
voordat de responstijd van de zone is verstreken.
Laat de debounce-tijd op 820 ms staan voor alle zones, met uitzondering van:
–
–
Debounce is niet van toepassing op zones waarvoor de zonebron is geconfigureerd als
'Draadloos', 'Output' of 'IP-camera'.
Bosch Security Systems B.V.
Zones die zijn toegewezen aan een zoneprofiel waarvoor het zonetype is ingesteld op
'Volger binnenruimte' en de zonebronparameter op ZONEX. Stel voor deze zones de
debounce-tijd in op 1,23 seconden.
Zones waarvoor de zonebronparameter is ingesteld op 'Deur' en de
toegangscontrolemodule (B901 of D9210C) is ingesteld op een SDI-adres. Stel voor deze
zones de debounce-tijd in op 1,64 seconden.
Installatiehandleiding
Ingebouwde zones | nl
81
2020-01 | 12 | F.01U.368.372