11. Wrik de knoopbatterij, onder de systeemkaart, uit de palmsteun terwijl u de systeemkaart optilt.
OPMERKING:
Bij het vervangen van de systeemkaart moet de Type C-beugel aan de linkerkant, onder de systeemkaart, worden
verplaatst naar de vervangende systeemkaart.
OPMERKING:
Als de Type C-beugel losraakt van de systeemkaart nadat de systeemkaart uit de computer is verwijderd, bevestig
de beugel dan opnieuw op de systeemkaart.
12. Verwijder de systeemkaart uit de computer.
De systeemkaart installeren
Vereisten
Als u een onderdeel vervangt, dient u het bestaande onderdeel te verwijderen alvorens de installatieprocedure uit te voeren.
Over deze taak
De afbeelding geeft de locatie van de systeemkaart aan en biedt een visuele weergave van de installatieprocedure.
74
Onderdelen verwijderen en plaatsen