9. DHCPinstellingen
Op de pagina voor DHCPinstellingen (Dynamic Host Configuration Protocol) kunt u de modus voor toewijzing
van IPadressen in een LAN instellen. Met DHCP worden automatisch IPadressen toegewezen aan de netwerk
apparaten. Als u de DHCPserver gebruikt, moet u de volgende instellingen configureren op de pc waarop
verbinding wordt gemaakt met de MIR850. Raadpleeg Het pcnetwerk configureren voor meer informatie.
Klik op
om de pagina voor DHCPinstellingen te openen.
• IPadres: Het standaard IPadres van de MIR850 is 19.168.1.1.
• Subnetmasker: De combinatie van het subnetmasker en het IPadres maakt flexibele subnetten mogelijk.
De standaardwaarde voor het subnetmasker is 55.55.55.0.
• DHCPserver: Deze wordt gebruikt om IPadressen dynamisch toe te wijzen. Als de DHCPserver is Ingeschakeld,
worden IPadressen voor pc's automatisch toegewezen. U wordt aanbevolen de DHCPserver in te stellen op
Uitgeschakeld.
•
IPstartadres en
IPeindadres: Deze waarden worden gebruikt om het IPadresbereik te definiëren dat in de
host kan worden gebruikt bij het toewijzen van IPadressen. In het netwerksegment 19.168.1.0/4 is het
standaard IPadres van de MIR850 bijvoorbeeld 19.168.1.1. Het IPadres van de host kan een waarde
hebben van 19.168.1. tot 19.168.1.54. Het minimumbereik is één IPadres.
• DHCPleasetijd: Met de DHCPserver wordt automatisch een IPadres toegewezen aan alle apparaten die zijn
verbonden met het netwerk. Als de leasetijd verstrijkt, wordt in de DHCPserver gecontroleerd of het apparaat
is verbonden met het netwerk. Als het apparaat niet is verbonden met het netwerk, wordt het IPadres aan een
ander apparaat toegewezen. Het IPadres blijft hierdoor niet ongebruikt.
• De waarde voor
IPstartadres
• Als de
DHCPserver
is Ingeschakeld, zijn de configuratieinstellingen voor IPstartadres,
IPeindadres
en
DHCPleasetijd
instellingen niet configureren.
moet kleiner dan of gelijk zijn aan IPeindadres.
geldig. Als de server is uitgeschakeld, kunt u deze