12.2 Voorzorgsmaatregelen tijdens inbedrijfstelling
12.3 Controlelijst voor de inbedrijfstelling
ERGA04~08EAV3+V3A+V37 + EHSH/X(B)04+08P30+50EF
Daikin Altherma 3 R ECH₂O
4P678716-1A – 2022.07
Typische werkstroom
Het in bedrijf stellen houdt typisch volgende stappen in:
1
De "Checklist vóór inbedrijfstelling" controleren.
2
Ontluchten.
3
Het systeem testen.
4
Indien nodig, een of meerdere stelmotoren testen.
5
Indien nodig, de dekvloer van de vloerverwarming drogen.
INFORMATIE
Gedurende de eerste bedrijfsperiode van de unit kan het nodige opgenomen
vermogen hoger zijn dan dat vermeld op het typeplaatje van deze unit. Dit fenomeen
wordt veroorzaakt door de compressor, die een continue looptijd van 50 uur nodig
heeft voordat een vlotte werking en stabiel stroomverbruik wordt gerealiseerd.
OPMERKING
Laat de unit ALTIJD werken met de thermistoren en/of druksensoren/-schakelaars.
Zo NIET kan de compressor vuur vatten.
OPMERKING
Werk de koelmiddelleiding van de unit ALTIJD volledig af voordat u de unit gebruikt.
Anders raakt de compressor defect.
1 Controleer na de installatie van de unit de hierna vermelde punten.
2 Sluit de unit.
3 Schakel de unit in.
U leest de volledige installatie-instructies, zoals beschreven in de uitgebreide handleiding
voor de installateur.
De binnenunit moet juist gemonteerd zijn.
▪ Controleer of het bovenste deksel goed is gemonteerd.
▪ Controleer of het bovenste deksel goed is vastgemaakt met de schroeven (Schroeven
van het bovenste deksel).
De buitenunit moet juist gemonteerd zijn.
De volgende ter plaatse te voorziene bedradingen werden gelegd conform dit document
en de geldende wetgeving:
▪ Tussen het lokaal voedingsbord en de buitenunit
▪ Tussen de binnenunit en de buitenunit
▪ Tussen het ter plaatse te voorzien paneel en de binnenunit
▪ Tussen de binnenunit en de kranen en kleppen (indien van toepassing)
▪ Tussen de binnenunit en de kamerthermostaat (indien van toepassing)
Het systeem is correct geaard en de aardingsklemmen zijn vastgedraaid.
De zekeringen of lokaal geïnstalleerde beveiligingen zijn overeenkomstig dit document
geïnstalleerd en zijn NIET overbrugd.
12
Inbedrijfstelling
|
Uitgebreide handleiding voor de installateur
255