11
|
Configuratie
Uitgebreide handleiding voor de installateur
196
Instelpuntbereik
Voor meer informatie over Instelpuntbereik, zie
4
zone" [
182].
#
Code
Het bereik van de aanvoerwatertemperaturen van de secundaire
aanvoerwatertemperatuurzone (= de aanvoerwatertemperatuurzone met de
hoogste aanvoerwatertemperatuur voor verwarming en de laagste
aanvoerwatertemperatuur voor koeling)
[3.8.1]
[9-05]
[3.8.2]
[9-06]
[3.8.3]
[9-07]
[3.8.4]
[9-08]
Bediening
Het controletype voor de secundaire zone is alleen-lezen. Het wordt bepaald door
het regelingstype van de primaire zone.
Zie
"11.5.3 Primaire
zone" [
#
Code
[3.9]
N.v.t.
Ext. thermostaattype
Alleen van toepassing in externe kamerthermostaatregeling.
Zie ook
"11.5.3 Primaire
#
Code
[3.A]
[C‑06]
Minimum instelpunt verwarming:
15°C~37°C
Maximum instelpunt verwarming
▪
[2‑0D]=2 (type afgever secundaire zone =
radiator)
37°C~70°C
▪
Anders: 37°C~55°C
Minimum instelpunt koeling
▪
5°C~18°C
Maximum instelpunt koeling
▪
18°C~22°C
4
182].
Bediening:
▪
Vertrekwater als het regelingstype van de
primaire zone Vertrekwater is.
▪
Externe
regelingstype van de primaire zone een van de
volgende is:
-
Externe kamerthermostaat, of
-
Kamerthermostaat.
4
zone" [
182].
Externe kamerthermostaattype voor de
secundaire zone:
▪
1: 1
contact. Aangesloten op slechts 1
digitale ingang (X12M/19)
▪
2: 2
contacten. Aangesloten op 2 digitale
ingangen (X12M/20 en X12M/19)
"11.5.3 Primaire
Beschrijving
Beschrijving
kamerthermostaat als het
Beschrijving
ERGA04~08EAV3+V3A+V37 + EHSH/X(B)04+08P30+50EF
Daikin Altherma 3 R ECH₂O
4P678716-1A – 2022.07