Audiotoon
*
Bedienings
Uit
paneel
Aan
*
Onjuiste
Uit
toets
Aan
Apparaat
Uit
gereed
*
Aan
Taak
Uit
voltooid
*
Aan
Fouttoon
Uit
*
Aan
Waarschuw
Uit
ingstoon
*
Aan
Papier is op Uit
*
Aan
Er klinkt geen toon wanneer de invoer
van het operatorpaneel juist is.
Er klinkt een toon op de sterkte die is
opgegeven wanneer de invoer van het
operatorpaneel juist is.
Er klinkt geen toon wanneer de invoer
van het operatorpaneel onjuist is.
Er klinkt een toon op de sterkte die is
opgegeven wanneer de invoer van het
operatorpaneel ongeldig is.
Er klinkt geen toon wanneer de printer
gereed is voor gebruik.
Er klinkt een toon op de opgegeven
sterkte wanneer de printer gereed is
voor gebruik.
Er klinkt geen toon voor taken behalve
wanneer een kopieertaak is voltooid.
Er klinkt een toon op de opgegeven
sterkte wanneer alle andere taken,
behalve kopiëren, zijn voltooid.
Er klinkt geen toon wanneer een taak op
abnormale wijze wordt beëindigd.
Er klinkt een toon op de opgegeven
sterkte wanneer een taak op abnormale
wijze wordt beëindigd.
Er klinkt geen toon wanneer een
probleem optreedt.
Er klinkt een toon op de opgegeven
sterkte wanneer er een probleem
optreedt.
Er klinkt geen toon wanneer het papier
van de printer op is.
Er klinkt een toon op de opgegeven
sterkte wanneer het papier in de printer
op is.
Begrip van de Werkset-menu's
289