Bediening
Het spuitpatroon afstellen
OPMERKING: Zie de bedieningshandleiding van de
T-Max voor meer informatie.
1. Verwijder de spuitschijf, de adapter en de ringen
zodat alleen de spuitmond overblijft aan de voorkant
van het pistool.
2. Draai de applicator op ON en stel het spuitapparaat
in op de juiste vloeistofstroom en druk. Een goed
beginpunt is de vloeistofstroom aanpassen tot
u een stroom van 20 cm (9 inch) heeft bereikt.
3. Verwijder alle materialen die uit de luchtgaten in
de ronde spuitmond zijn gelopen.
3A6797C
4. Bevestig de spuitschijf en de adapter en draai de
ringen met de hand aan. Houd het pistool 0,5 tot
0,8 m (18 tot 30 inch) van een testoppervlak en
schakel het lucht naaldventiel in zodat de lucht
de vloeistof kan verstuiven. Test het spuitpatroon.
5. Stel het lucht naaldventiel af tot het gewenste
spuitpatroon is bereikt. OPMERKING: Meer
vloeistofstroom = meer lucht, Minder vloeistofstroom
= minder lucht.
6. Als het gewenste spuitpatroon niet kan worden
bereikt, probeer dan de luchtdruk aan te passen
of probeer een andere combinatie van spuitschijf
en spuitmond.
7. Laat de trekker los als u klaar bent met spuiten.
De doorgang van de vloeistof blijft open en
vermindert de druk. De druk wordt verminderd
als de vloeistofstroom stopt.
8. Als de druk is verminderd, drukt u op de stopknop
van de trekker om de doorgang van de vloeistof
te sluiten.
Reinigen
Spoel het STX spuitpistool met trekker grondig door
na elke activiteit voordat de vloeistof gaat uitharden in
het pistool. Bewaar het apparaat op een droge plaats.
Laat de spuitkop of enig onderdeel ervan niet in water
of schoonmaakmiddel zitten.
Bediening
7