Vetafscheider
Voor uw veiligheid
1.4 Bepalingen voor het gebruik
De opstelling en het gebruik van vetafscheiders is onderworpen aan wettelijke bepalingen en
regionale voorschriften (bijv. gemeentelijke verordeningen). Voor meer informatie kunt u bij de
bevoegde autoriteiten terecht. De volgende normen dienen als richtsnoer en moeten worden
aangevuld c.q. op hun actualiteit worden gecontroleerd.
DIN 4040-100: Vetafscheiders en slibvangputten – Deel 100:
n
Eisen aan het gebruik van afscheiderinstallaties volgens EN 1825-1 en EN 1825-2
EN 1825-1: Vetafscheiders en slibvangputten – Deel 1:
n
Ontwerp, eisen en beproeving, merken en kwaliteitscontrole
EN 1825-2 Vetafscheiders en slibvangputten – Deel 2:
n
Bepaling van nominale afmeting, installatie, functionering en onderhoud
EN 1717: Bescherming tegen verontreiniging van drinkwater in waterinstallaties en algemene
n
eisen voor inrichtingen ter voorkoming van verontreiniging door terugstroming
DIN 1986-100: Riolering voor gebouwen en grondstukken - Deel 100:
n
Bepalingen in combinatie met EN 752 en EN 12056
EN 752: Buitenriolering
n
EN 12056 (normenreeks): Binnenriolering onder vrijverval
n
Voorbeelden uit de geciteerde normen:
Bemonstering: Waneer men wil bemonsteren van de vetafscheider moet direct bij de uitlaat van de
n
vetafscheider en vóór vermenging met ander afvalwater een mogelijkheid tot monsterneming en
inspectie worden voorzien, bijv. in de vorm van een schacht of een bemonsteringsbuis. Monsters moeten
door gekwalificeerde personen uit het stromend afvalwater van de vetafscheider worden genomen.
Lediging: Slibvangput en vetafscheider moeten ten minste eens per maand worden
n
leeggemaakt en gereinigd. De vetafscheider moet vervolgens weer worden gevuld met water
(bijv. drinkwater, proceswater, gezuiverd afvalwater uit de vetafscheiderinstallatie) dat aan de
plaatselijke lozingsvoorwaarden voldoet.
Algehele inspectie: Voor de ingebruikneming en daarna minstens om de 5 jaar moet de
n
vetafscheider, nadat hij eerst volledig leeggemaakt en gereinigd werd, door een deskundig
persoon op een onberispelijke toestand en een correcte werking worden gecontroleerd.
Logboek: Voor elke vetafscheider moet de exploitant een logboek bijhouden en dat desgewenst
n
aan de plaatselijke controledienst voorleggen.
8
Logboeken zijn bij de ACO Nederland verkrijgbaar.