5. Schakel de computer en monitor en andere aangekoppelde
apparaten in.
6. De Monitorstatus geeft het volgende weer:
❏ VGA-ingang: Actief of Geen invoersignaal
❏ DVI-ingang: Actief of Geen invoersignaal
❏ Modus: Instellingen
7. Pas de monitor aan zoals gewenst voor uw comfort met behulp
van de kantelmogelijkheid van de monitor.
De kantelhoek aanpassen
Å
WAARSCHUWING: Til de
monitor zorgvuldig op. Als u de
monitor meer dan 30 graden tilt,
voorbij de gemakkelijk aanpasbare
positie, kan hij omkantelen. Plaats
de monitor zo dat hij niet van de
tafel kan vallen als er tegen
gelopen wordt.
8. Test de monitorfunctie. Als de monitor niet goed werkt, moet u
deze configureren zoals beschreven in het volgende
hoofdstuk, "De monitor bedienen."
Gebruikershandleiding
De monitor installeren
3–11