Algemene aanwijzingen
2
2
Algemene aanwijzingen
2.1
Installatie-/ketelruimte
De toevoer- en afvoerluchtopeningen mogen niet worden
verkleind of dichtgemaakt.
Ontbrandbare materialen of vloeistoffen mogen niet in de
nabijheid van het cv-toestel worden opgeslagen of gebruikt.
Ter voorkoming van beschadiging van de ketel moet veront-
reiniging van de verbrandingslucht door halogeen-koolwater-
stoffen (zoals bijv. aanwezig in spuitbussen, oplos- en
reinigingsmiddelen, verven, lijmen) en door sterke stofontwik-
keling worden uitgesloten. De opstellingsruimte van het
cv-toestel moet vorstvrij en goed geventileerd zijn.
5
http://www.nefit.nl