7.6 Probleemdiagnose en reparaties
A. De motor start niet. Zorg ervoor dat:
er brandstof in de tank zit,(nr. 10)
de brandstofkraan, als uw machine daarover beschikt, niet in de gesloten stand staat,
de gashendel in de START-stand staat wanneer de motor koud is, (nr.9)
de gashendel niet in de START-stand staat wanneer de motor is opgewarmd (dit kan de motor
verdrinken),
de gashendel niet in de STOP-stand staat,
de brandstof de carburator bereikt,
de luchtfilter niet verstopt is (nr. 13)
de tankdopverluchting niet verstopt is door vuil (nr. 10)
de ontstekingsbougie correct werkt.
B. De messen draaien niet wanneer de handgreep wordt ingedrukt:
controleer of de riem niet versleten is
controleer of de riem correct op de riemschijf is geplaatst
zorg ervoor dat de hendel voldoende grip uitoefent op de riem
probeer om meer kracht te zetten op de riem door het aangrijpmoment te veranderen
C. De messen blijven draaien zodra de handgreep wordt losgelaten:
controleer of de schijfrem ingeschakeld is. Als dat niet het geval is, opent u de motorkap en
maakt u de hendel voor de meskoppeling los totdat de remvoering op de riemschijf rust.
zorg ervoor dat de remvoering niet versleten of gebarsten is.
zorg ervoor dat de handgreep de riem niet onder spanning zet. Is dat wel het geval, pas dan
het aangrijpmoment aan.
D. De maaier werkt niet naar behoren. Controleer of
de messen niet versleten zijn
de luchtfilter niet verstopt zit, waardoor de motor vermogen verliest. Als dat het geval is, reinigt
u de filter met perslucht of vervangt u de filter door een nieuwe filter die u bij uw vertrouwde
verdeler kunt kopen
de brandstof niet bijna op is
het oliepeil niet te laag staat
een zwevend mes geblokkeerd wordt, waardoor de machine erg gaat trillen
Als dit niet het gewenste resultaat oplevert, kunt u contact
opnemen met uw vertrouwde verdeler
Fig. 7-1: Motor details.
Fig. 7-2: Messen detail
24