9.5
Snelspanboorhouder
Uw boormachine is voorzien van een RÖHM-
boorhouder met snelspanner. U bevestigt een boor
in de houder door de ring (C) vast te houden, de
boor te bevestigen en dan het voorste deel (D) van
de boorhouder weer dicht te draaien. Controleer
altijd of de boor stevig in de boorkop vastzit.
De snelspanner en de doorn zijn met behulp van
een spie (A) los te maken van de spindel. Druk
daartoe eerst de pinole naar beneden en verdraai
de spindel tot de opening van de pinole en van de
spindel boven elkaar liggen.
10.
In gebruik nemen
Belangrijk:
Let op draaiende onderdelen! Houd altijd uw aandacht bij het werk. Let vooral op draaiende
onderdelen. Draag altijd nauw aansluitende werkkleding. LET OP: loshangende kledingstukken of
uw haar kan door draaiende onderdelen worden gegrepen. Draag daarom een haarnetje. Draag
tijdens het werken met de machine geen sieraden.
Let op rondvliegende spaanders of materiaaldelen. Draag altijd een veiligheidsbril! Bescherm uw
ogen tegen scherpe spaanders en andere materiaalresten.
10.1
Machine voorbereiden
•
Kies eerst het gewenste toerental. Dit is afhankelijk van de gebruikte boordiameter en van het te
bewerken materiaal.
•
Het te bewerken materiaal moet altijd stevig zijn ingespannen, zodat het niet kan gaan ronddraaien
als de boor aangrijpt. Zet het werkstuk vast met een machinebankschroef of een spanklem.
•
Leg onder het te bewerken materiaal een plaat van hout of kunststof, zodat u bij het boren niet
onbedoeld de boortafel, spanklemmen e.d. kunt doorboren.
•
Stel indien nodig met de diepteaanslag de gewenste boordiepte in, zodat u met een consistente
diepte boort.
•
Als u hout gaat bewerken, dan moet u voor stofafzuiging zorgen omdat houtstof uw gezondheid
kan bedreigen. Draag altijd een geschikt stofmasker als u werk uitvoert waarbij stof optreedt.
•
Let op de draairichting van de machine.
10.2
Tijdens het werk
•
U drukt de boorkop naar beneden met behulp van de voedingshendels. Let op een gelijkmatige, niet
abrupte of te snelle verplaatsing van de boorkop.
•
Een retourveer trekt de boorkop weer terug naar boven. Laat de voedingshendels na het boren niet
los, want dan loopt u de kans dat u door een van de hendels wordt aangestoten! Grijp nooit tussen
de boorkop en de pinole (gevaar op letsel!).
•
Hoe kleiner een boor is, hoe sneller hij kan breken. Als u een diep gat wilt boren, trek de boor dan
regelmatig uit het gat omhoog, zodat spaanders uit het geboorde gat worden verwijderd. Een
druppeltje olie vermindert de wrijving en verhoogt daarmee de levensduur van de gebruikte boor.
•
Met deze boormachine kunt u ook verzinken en centerboren. Gebruik bij het verzinken van een
gat het laagste toerental, maar bij het centerboren een hoog toerental.
Belangrijk:
Controleer altijd of een werkstuk veilig is ingespannen. Afgesleten boren op tijd slijpen of
vervangen. Gebruik voor elk materiaal het juiste type boor. Gebruik alleen accessoires en
hulpstukken die door de fabrikant zijn goedgekeurd.
12
Gebruikershandleiding boormachines Pro-serie
Status 26.05.00