SmartLogger1000
Gebruikershandleiding
7.6.2.3 EMI-parameters instellen
De SmartLogger kan verbinding maken met een EMI die het
Modbus-RTU/RS485-standaardprotocol ondersteunt. Er kan slechts é é n EMI worden
verbonden en beheerd met é é n SmartLogger.
Apparaten van verschillende leveranciers kunnen verschillende protocolspecificaties
ondersteunen. Om informatie te verkrijgen van de aangesloten EMI configureert u normaliter
de protocolspecificaties via de WebUI van de SmartLogger op basis van de door de
leverancier geleverde protocolspecificaties.
Nadat de SmartLogger verbinding heeft gemaakt met de EMI, moet u het apparaat handmatig
toevoegen. Zie
ingesteld op EMI.
Apparaten van verschillende leveranciers kunnen verschillende protocolspecificaties
ondersteunen. Om informatie te verkrijgen van de aangesloten EMI configureert u normaliter
de protocolspecificaties via de WebUI van de SmartLogger op basis van de door de
leverancier geleverde protocolspecificaties.
Meld u, in verband met toestemmingsbeperking, aan als Advanced User. Kies Monitoring >
EMI en stel EMI-parameters in.
Issue 12 (2020-03-30)
Stel het adresbereik zo nodig in. Een groter adresbereik vereist een langere zoektijd. De begin- en
eindadressen hebben geen invloed op apparaten die zijn aangesloten.
7.7.8.1 Apparaten verbinden
Als u een specifiek EMI-model gebruikt, selecteert u het model in de uitklapbare
keuzelijst.
Afbeelding 7-37 EMI (1)
Synchronize Environment Data: Als Enable wordt geselecteerd, worden de windsnelheid en de
richtinggegevens naar de omvormer gestuurd in een PV-machine met tracking-systeem.
Als u een split-EMI gebruikt die is aangesloten via een analoog-digitaal-omvormer, kiest
u Sensor (ADAM) in de uitklapbare keuzelijst.
Copyright © Huawei Technologies Co., Ltd.
voor meer informatie. Device Type moet worden
7 WebUI
222