SmartLogger1000
Gebruikershandleiding
7.6.2.2 RS485-parameters instellen
Meld u, in verband met toestemmingsbeperking, aan als Advanced User. Kies Settings >
RS485 om de doelpagina te openen.
Afbeelding 7-36 RS485-parameters
Issue 12 (2020-03-30)
Stel het gatewayadres in op het IP-adres van de router.
Controleer of het IP-adres van de SmartLogger zich binnen hetzelfde netwerksegment
bevindt als het gatewayadres.
Stel het adres van de domeinnaamserver (DNS) in op het IP-adres van de router of vraag
het DNS-adres op bij uw netwerkprovider.
Als het IP-adres wordt gewijzigd, moet u het nieuwe IP-adres gebruiken om u aan te melden bij het
systeem.
RS485-1 tot en met RS485-3 komen overeen met de communicatiepoorten COM1 tot en met
COM3 en de standaardbaudrate is 9600 bps. De baudrates voor apparaten die zijn aangesloten op
dezelfde RS485-poort moeten gelijk zijn.
Stel het protocol dat wordt ondersteund door de RS485-poort in op basis van het protocol dat wordt
ondersteund door het aangesloten apparaat of de status van het apparaat in het netwerk. Wanneer de
SmartLogger als slave-knooppunt fungeert om een extern apparaat via Modbus-RTU te verbinden,
stelt u Protocol in op Modbus-Slave. Als de aangesloten SUN2000 een snelle stroomnetplanning
uitvoert met zowel PLC als RS485, stelt u Protocol in op Modbus-Control.
Protocol en Parity moet op dezelfde waarden worden ingesteld voor alle apparaten die zijn
aangesloten op dezelfde RS485-poort.
1 ≤ beginadres ≤ eindadres ≤ 247. De adressegmenten voor elke RS485-poort van RS485-1 tot en
met RS485-3 kunnen overlappen.
Copyright © Huawei Technologies Co., Ltd.
7 WebUI
221