nl
Wat te doen bij storingen?
Storing
Het apparaat start niet.
Programma start automatisch.
Deur gaat niet open.
De deur gaat te ver open bij
bediening.
Deur sluit niet.
Deksel van het
reinigingsmiddelbakje kan niet
gesloten worden.
Reinigingsmiddelresten in het
reinigingsmiddelbakje 9: of in
het tablettenbakje 1B.
Apparaat blijft steken tijdens het
programma of het programma
valt stil.
* afhankelijk van de uitrustingsvariant van uw vaatwasser
46
Oorzaak
Zekering van de huisinstallatie niet in
orde.
Aansluitsnoer niet aangesloten.
De deur van het apparaat is niet goed
dicht.
Einde van het programma niet
afgewacht.
Deur is niet goed ingesteld.
Kinderbeveiliging is geactiveerd.
Het apparaat is stroomloos.
Deur en deurafdichting zijn vuil.
Automatische deuropener niet op
uitgangspositie.
Deur is niet goed ingesteld.
Automatische deuropener niet op
uitgangspositie.
Reinigingsmiddelbakje of
dekselgeleiding geblokkeerd door
aangekoekte reinigingsmiddelresten.
Sproeiarmen geblokkeerd door
serviesgoed, daarom wordt het
reinigingsmiddel niet weggespoeld.
Reinigingsmiddelbakje was tijdens
het vullen vochtig.
Deur niet geheel gesloten.
Geen serviesgoed of geurdispenser
in het tablettenbakje doen.
Bovenkorf drukt tegen de binnendeur
en verhindert een goede sluiting van
de deur.
Stroom- en/of watertoevoer
onderbroken.
Oplossing
Zekering controleren.
Ervoor zorgen dat het aansluitsnoer goed is
aangesloten op de achterkant van het
apparaat en op het stopcontact.
Controleren of het stopcontact goed werkt.
Deur sluiten.
Reset uitvoering.
(„Afbreken van het programma").
De deur goed instellen met behulp van de
montagehandleiding.
Tweemaal kort na elkaar bovenaan op het
midden van de deur drukken.
Stekker en zekeringen controleren.
Bijgeleverde noodontgrendeling rechts- en
linksboven tegen de meubelplaat plaatsen
en de deur openen door zachtjes te trekken.
Deur en deurafdichting reinigen met een
vochtige doek en een beetje afwasmiddel.
Na het sluiten van de deur een seconde
wachten tot deze weer geopend kan
worden.
De deur goed instellen met behulp van de
montagehandleiding.
Na het openen van de deur een seconde
wachten tot deze weer gesloten kan worden.
Reinigingsmiddelresten verwijderen.
Ervoor zorgen dat de sproeiarmen vrij
kunnen draaien.
Reinigingsmiddel alleen in droog
reinigingsmiddelbakje doen.
Deur sluiten.
Controleren of de achterwand wordt
ingedrukt door bijv. een stopcontact of een
niet-gedemonteerde slanghouder.
Stroom- en/of watertoevoer herstellen.