Storingen
De vuldeur kan niet
geopend worden.
geopend worden.
Wasmiddelresten in de
wasmiddellade.
wasmiddellade.
Reukvorming in het
apparaat.
De indicatielampjes
De indicatielampjes
branden niet.
branden niet.
Het programma begint
niet.
niet.
Het programma begint
niet.
Er stroomt geen water in
Er stroomt geen water in
het apparaat of het
het apparaat of het
wasmiddel wordt niet
wasmiddel wordt niet
ingespoeld.
Oorzaak
Er is nog water in het apparaat,
D gekozen.
De veiligheidsfunctie is actief.
Vochtig of klonterig wasmiddel.
Moeilijk oplosbare
wasmiddeltabletten gebruikt.
Wassen met overwegend lage
temperaturen en/of met vloeibaar
wasmiddel.
De zekering in de meterkast is
De zekering in de meterkast is
doorgeslagen.
doorgeslagen.
De stroom is uitgevallen.
De stekker zit niet of niet goed in het stopcontact.
De vuldeur is niet dicht.
M
De toets
is niet ingedrukt.
De kraan is niet open.
Toevoerslang is geknikt of zit klem.
Zeven in de watertoevoer verstopt.
Advies
Afpompen/Vidange of
Droogzwieren/Essorage B kiezen.
2 minuten wachten.
Wasmiddellade schoonmaken
en afdrogen, zie blz. 29.
Bij vloeibaar wasmiddel het
doseerbolletje, maatbeker etc.
gebruiken.
De tabletten in de verpakking
verkruimelen alvorens ze in
wasmiddelbakje II te doen.
Het programma Witte/Blanc 90 °C
laten draaien zonder wasgoed.
Gebruik hiervoor een
totaalwasmiddel.
Zekering inschakelen/vervangen.
Als deze storing vaker optreedt,
schakel dan de Servicedienst in.
Het programma loopt door als er
weer stroom is. Als het wasgoed uit
de trommel moet worden gehaald,
ga dan te werk zoals onder
Schoonmaken van de
afvoerpomp beschreven,
zie blz. 30 en verder.
Controleer of er wasgoed beklemd
is geraakt.
Vuldeur sluiten (tot u een klik hoort).
M
Toets
indrukken.
Kraan opendraaien.
Zeven schoonmaken zie blz. 31 en
verder.
33