1. Zorg ervoor dat de voorwielen naar voren wijzen.
(Verplaats de rolstoel hiervoor iets naar voren en
vervolgens weer naar achteren.)
2. Zet de parkeerremmen niet vast.
3. Grijp alleen zover naar achteren als mogelijk is zonder
uw zitpositie te veranderen.
1648850-A
6.9 Verticale positionering
WAARSCHUWING!
Veiligheidsmaatregelen
– Zet altijd de achterwielen met beide
handremmen vast.
– Controleer of het borst- en kniekussen, en
de bekkengordel en kuitband die het lichaam
ondersteunen, op de juiste plek zitten en goed
zijn afgesteld. Deze aanpassingen moet worden
uitgevoerd door een erkende dealer.
– Let altijd op dat er bij het omhoog of omlaag
brengen geen voorwerpen of personen
(kinderen bijvoorbeeld) in de weg zitten.
Als lichaamsdelen bekneld raken tussen de
bewegende mechanische onderdelen, kan dit
tot ernstig lichamelijk letsel leiden.
– Zorg ervoor dat u er altijd iemand bij kunt
roepen (via mobiele telefoon of alarmsysteem
dat u om nek of pols draagt) als u hulp nodig
hebt bij het rechtop komen.
LET OP!
– Gebruik de functie voor het omhoog/omlaag
brengen niet wanneer de lader is aangesloten,
tenzij de accu onvoldoende vermogen heeft om
de omlaagbrengfunctie te kunnen gebruiken.
– Met een volle accu zijn ongeveer 150 cycli
mogelijk, afhankelijk van het gewicht van de
gebruiker. Daarna moet de accu weer worden
opgeladen.
Rijden met de rolstoel
37