Het maaimes inschakelen
Als u de motor start, mag het mes niet draaien. U moet het
maaimes in werking stellen.
1. Trek de vergrendeling van de bedieningsstang naar
achteren (Figuur 15).
2. Trek de bedieningsstang van het maaimes naar de
handgreep toe (Figuur 16).
3. Houd de bedieningsstang van het maaimes tegen de
handgreep (Figuur 17).
Figuur 15
Figuur 16
Figuur 17
Het maaimes uitschakelen
Laat de bedieningsstang van het maaimes los (Figuur 18).
Belangrijk: Als u de bedieningsstang loslaat, moet het
mes binnen 3 seconden tot stilstand komen. Als dit niet
gebeurt, mag u de machine niet verder gebruiken en
moet u contact opnemen met een erkende servicedealer.
Werking van de
mesremkoppeling controleren
Controleer de bedieningstang van het maaimes voor elk
gebruik om ervoor te zorgen dat de mesremkoppeling naar
behoren werkt.
De grasvanger gebruiken
Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks
U kunt met behulp van de grasvanger een aanvullende test
uitvoeren om de mesremkoppeling te controleren.
1. Plaats de lege grasvanger op de maaimachine.
2. Start de motor.
3. Schakel het maaimes in.
Opmerking: De grasvanger moet gaan opzwellen.
Dit betekent dat het mes is ingeschakeld en draait.
4. Laat de bedieningsstang van het maaimes los.
Opmerking: Als de grasvanger niet onmiddellijk
kleiner wordt, betekent dit dat het mes nog steeds
draait. Dit kan erop duiden dat de mesremkoppeling
gebreken heeft. Als u hierop geen acht slaat, kan dit
ertoe leiden dat u de machine niet veilig kunt gebruiken.
Neem contact op met een erkende servicedealer om
uw maaimachine te laten inspecteren en repareren.
5. Zet de motor af en wacht totdat alle bewegende
onderdelen tot stilstand gekomen zijn.
De grasvanger niet gebruiken
1. Plaats de maaimachine op een verhard oppervlak en
uit de wind.
2. Stel alle 4 wielen in op de maaistand van 83 mm.
11
Figuur 18