Stalling
1.
Parkeer het voertuig op een horizontaal
oppervlak, stel de parkeerrem in werking,
schakel de pomp uit, zet de motor af en
verwijder het sleuteltje.
2.
Laat de druk van de tank door de tankvuldop
te openen, plaats de tankvuldop en draai deze
met de hand aan.
3.
Koppel de slangen voor lucht en vloeistof af van
de tank.
Opmerking:
Vervang de slangen voor
lucht en water samen met de meegeleverde
slangkoppeling.
4.
Demonteer de schuimspuitdoppen en vervang
de schuimsponzen.
5.
Verwijder alle zeep en vloeistoffen uit de tank
om vriesschade te voorkomen.
16