Automatisch ontluchten
INFORMATIE
Wanneer u de primaire zone ontlucht, moet u ervoor
zorgen dat het instelpunt voor de primaire zone minstens
5°C hoger is dan de watertemperatuur in de unit.
Voorwaarden: Zorg ervoor dat de werking volledig is uitgeschakeld.
Ga naar het menu In werking en schakel de werking Kamer,
Ruimteverwarming/-koeling en Sanitaire warmwatertank uit.
1 Stel het gebruikertoegangsniveau in op Installateur.
Zie
"Het gebruikertoegangsniveau wijzigen" op
pagina 45.
2 Ga naar [A.3]: Inbedrijfstelling > Ontluchting.
3 Stel in het menu Type = Automatisch.
4 Selecteer Ontluchting starten.
5 Selecteer OK om te bevestigen.
Resultaat: Het ontluchten begint. Het stopt
automatisch wanneer voltooid.
6 Om het ontluchten handmatig te stoppen:
1 Ga naar Ontluchting stoppen.
2 Selecteer OK om te bevestigen.
9.4.3
Om te proefdraaien
Voorwaarden: Zorg ervoor dat de werking volledig is uitgeschakeld.
Ga naar het menu In werking en schakel de werking Kamer,
Ruimteverwarming/-koeling en Sanitaire warmwatertank uit.
INFORMATIE
Het proefdraaien is enkel van toepassing op de secundaire
temperatuurzone.
1 Stel het gebruikertoegangsniveau in op Installateur.
Zie
"Het gebruikertoegangsniveau wijzigen" op
pagina 45.
2 Ga naar [A.1]: Inbedrijfstelling > Testbedrijf werking.
3 Selecteer een test in de lijst. Voorbeeld:
Verwarming.
4 Selecteer OK om te bevestigen.
Resultaat: Het proefdraaien start. Het proefdraaien
stopt automatisch wanneer voltooid (±30 min).
Om het proefdraaien handmatig te stoppen:
1 Ga naar Stop testrun.
2 Selecteer OK om te bevestigen.
Indien de installatie van de unit correct werd uitgevoerd, zal de unit
tijdens het testen opstarten in de geselecteerde bedrijfsmodus.
Tijdens het testen kan de correcte werking van de unit gecontroleerd
worden door de aanvoerwatertemperatuur (verwarm-/koelstand) en
de tanktemperatuur (stand warm tapwater) op te volgen.
Om de temperatuur te controleren:
1 Ga naar Sensoren.
2 Selecteer de temperatuurgegevens.
9.4.4
Stelmotoren proefdraaien
Voorwaarden: Zorg ervoor dat de werking volledig is uitgeschakeld.
Ga naar het menu In werking en schakel de werking Kamer,
Ruimteverwarming/-koeling en Sanitaire warmwatertank uit.
Het proefdraaien van de stelmotoren dient om de werking van de
verschillende stelmotoren te controleren (wanneer u bijv. Pomp
selecteert, zal het proefdraaien van de pomp starten).
ERGA04~08DAV3(A) + EHVZ04+08S18+23DA
Daikin Altherma – Lage-temperatuur-Split
4P495249-1 – 2017.12
1 Stel het gebruikertoegangsniveau in op Installateur.
Zie
"Het gebruikertoegangsniveau wijzigen" op
pagina 45.
2 Ga naar [A.2]: Inbedrijfstelling > Testbedrijf
stelmotoren.
3 Selecteer een test in de lijst. Voorbeeld: Pomp.
4 Selecteer OK om te bevestigen.
Resultaat: Het proefdraaien van de stelmotor start.
Het proefdraaien stopt automatisch wanneer voltooid
(±30 min).
—
Om het proefdraaien handmatig te stoppen:
1 Ga naar Stop testrun.
2 Selecteer OK om te bevestigen.
Mogelijke vormen van proefdraaien voor de
stelmotoren
▪ Back-upverwarming 1-test
▪ Back-upverwarming 2-test
—
▪ Pomp-test
INFORMATIE
Zorg ervoor de het systeem volledig ontlucht is vooraleer
proef te draaien. Vermijd tevens storingen in het
watercircuit tijdens het proefdraaien.
▪ Afsluiter-test
▪ Tweewegklep-test
▪ Bivalent signaal-test
▪ Alarm uitgang-test
▪ Koel-verwarmsignaal-test
▪ Omlooppomp SWW-test
—
9.4.5
De dekvloer van de vloerverwarming
drogen
Deze
functie
wordt
vloerverwarmingsinstallatie tijdens de bouw van een huis zeer traag
te drogen. Met deze functie kan de installateur dit programma
programmeren en uitvoeren.
Voorwaarden: Zorg ervoor dat de werking volledig is uitgeschakeld.
Ga naar het menu In werking en schakel de werking Kamer,
—
Ruimteverwarming/-koeling en Sanitaire warmwatertank uit.
Deze functie kan uitgevoerd worden zonder de buiteninstallatie eerst
te moeten afwerken. In dat geval zal de back-upverwarming de
dekvloer
drogen
warmtepomp werkt.
Wanneer er nog geen buitenunit is geïnstalleerd, sluit de
hoofdstroomtoevoerkabel aan op de binnenunit via X2M/30 en
X2M/31. Zie
"7.9.8 De hoofdvoeding aansluiten" op
INFORMATIE
▪ Als Noodgeval op Handm ([A.6.C]=0) is ingesteld en de
unit wordt getriggerd om het noodbedrijf te starten, zal
de gebruikersinterface eerst hiervoor een bevestiging
vragen vooraleer te starten. Zelfs wanneer de gebruiker
het noodbedrijf NIET bevestigt, blijft de functie Dekvloer
drogen van de vloerverwarming ingeschakeld.
▪ Tijdens
vloerverwarming
pompsnelheid NIET van toepassing.
9 Inbedrijfstelling
gebruikt
om
de
dekvloer
en
aanvoerwater
leveren
zonder
pagina 40.
het
drogen
van
de
dekvloer
is
beperking
[9‑0D]
Uitgebreide handleiding voor de installateur
—
—
van
een
dat
de
van
de
van
de
75