8 Configuratie
#
Code
[2.5]
[1-00]
Stel de weersafhankelijke verwarming in:
T t
[1-01]
[1-02]
[1-02]
[1-03]
[1-03]
▪ T
: Streeftemperatuur aanvoerwater
t
(primair zone)
▪ T
: Buitentemperatuur
a
▪ [1-00]:
buitenomgevingstemperatuur. –40°C~
+5°C
▪ [1-01]:
buitenomgevingstemperatuur.
10°C~25°C
▪ [1-02]:
aanvoerwatertemperatuur
buitentemperatuur gelijk is aan de lage
omgevingstemperatuur of eronder valt.
[9‑01]°C~[9‑00]°C
Let op: Deze waarde moet hoger zijn
dan
buitentemperaturen
nodig is.
▪ [1-03]:
aanvoerwatertemperatuur
buitentemperatuur gelijk is aan de lage
omgevingstemperatuur of erover komt.
[9‑01]°C~min(45, [9‑00])°C
Let op: Deze waarde moet lager zijn
dan
buitentemperaturen
water nodig is.
Afgiftesysteem
Afhankelijk van het systeemwatervolume en het warmteafgevertype
van de primaire zone, kan het langer duren om de primaire zone te
verwarmen. Deze instelling kan een langzaam of een snel
verwarmingssysteem compenseren tijdens de verwarmcyclus. De
doel-delta T voor de primaire zone zal afhangen van deze instelling.
Doel-delta T-regeling is alleen mogelijk indien er slechts 1 zone
actief is. De pompregeling zal anders zijn wanneer beide zones
actief zijn.
Bij regeling via een kamerthermostaat zal deze instelling invloed
hebben
op
de
maximummodulatie
aanvoerwatertemperatuur.
Daarom is het belangrijk om dit correct en in overeenstemming met
uw systeemlayout in te stellen.
#
Code
[2.7]
[2‑0C]
Afgiftesysteem
▪ 0: Vloerverwarming
▪ 1: Ventilo-convector
▪ 2: Radiator
De instelling van het afgevertype heeft als volgt een invloed op het
instelpuntbereik van de ruimteverwarming en de doel-delta T bij
verwarming:
Uitgebreide handleiding voor de installateur
52
Beschrijving
[1-00]
[1-01]
T a
Lage
Hoge
Gewenste
als
de
[1‑03],
omdat
bij
lage
warmer
water
Gewenste
als
de
[1‑02],
omdat
bij
hoge
minder
warm
van
de
gewenste
Beschrijving
Afgiftesysteem
Instelpuntbereik
Hoofdzone
ruimteverwarming
[9‑01]~[9‑00]
0: Vloerverwarming
Maximum 55°C
1: Ventilo-convector
Maximum 55°C
2: Radiator
Maximum 65°C
OPMERKING
Het maximale instelpunt voor ruimteverwarming hangt af
van het type afgever zoals te zien is in bovenstaande
tabel. Als er 2 watertemperatuurzones zijn, is het maximale
instelpunt het hoogste van de 2 zones.
VOORZICHTIG
Als er 2 zones zijn, is het belangrijk dat de zone met de
laagste watertemperatuur geconfigureerd is als de primaire
zone en de zone met de hoogste watertemperatuur is
geconfigureerd als de secundaire zone. Het systeem niet
op deze manier configureren, kan schade aan de
warmteafgevers veroorzaken.
VOORZICHTIG
Als er 2 zones zijn en de afgevertypes onjuist zijn
geconfigureerd, kan er water met een hoge temperatuur
naar een afgever met lage temperatuur (vloerverwarming)
worden gestuurd. Om dit te vermijden doet u het volgende:
▪ Installeer een aquastat-/thermostaatklep om te hoge
temperaturen naar een lage temperatuur-afgever te
voorkomen.
▪ Zorg dat u de afgevertypes voor de primaire zone [2.7]
en voor de secundaire zone [3.7] correct instelt in
overeenstemming met de aangesloten afgever.
INFORMATIE
Afhankelijk van de doel-delta T zal de gemiddelde
afgiftetemperatuur
variëren.
gemiddelde afgiftetemperatuur door een hogere doel-delta
T tegen te gaan, kan het aanvoerwater-instelpunt (vast of
weersafhankelijk) worden aangepast.
Instelpuntbereik
U kunt het bereik van de aanvoerwatertemperatuur voor de primaire
aanvoerwatertemperatuurzone begrenzen. Deze instelling dient om
een verkeerde aanvoerwatertemperatuur (nl. te warm of te koud) te
voorkomen. Daarom kan het beschikbare bereik voor de gewenste
verwarmingstemperaturen geconfigureerd worden.
OPMERKING
Bij een toepassing met vloerverwarming is het belangrijk
om
de
maximale
verwarmen te beperken volgens de specificaties van de
vloerverwarmingsinstallatie.
INFORMATIE
Enkel voor EHVZ: als de binnenunit is aangesloten op een
hogetemperatuur-afgiftesysteem en er is een gelijktijge
vraag in beide afgiftezones, en als het instelpunt van het
aanvoerwater hoger dan 60°C wordt ingesteld in het
volledige werkbereik, dan kan er een toename zijn van het
energieverbruik.
ERGA04~08DAV3(A) + EHVZ04+08S18+23DA
Doel-delta T bij
verwarming [1‑0B]
Variabele (zie [2.B])
Variabele (zie [2.B])
Vast 10°C
Om
het
effect
op
uitlaatwatertemperatuur
bij
Daikin Altherma – Lage-temperatuur-Split
4P495249-1 – 2017.12
de
het