LET OP!
In het geval van fijnafstellingen voor de binnentemperatuur, moet de
stooklijn naar boven of beneden worden verschoven in menu 1.1
ratuur
.
°C
70
Förskjuten värmekurva
60
50
40
30
10
0
°C
70
60
Maximivärde
50
40
30
10
0
LET OP!
Vloerverwarmingssystemen worden normaal gesproken
temp.
ingesteld tussen 35 en 45 °C.
Controleer de max. temperatuur voor uw vloer bij uw installateur/vloer-
leverancier.
Het getal aan het einde van de stooklijn geeft de helling van de stooklijn
aan. Het getal naast de thermometer geeft de verschuiving van de stooklijn
aan. Gebruik de selectieknop om een nieuwe waarde in te stellen. Bevestig
de nieuwe instelling met een druk op OK [OK].
Stooklijn 0 is een persoonlijke stooklijn gemaakt in menu 1.9.7.
Hoofdstuk 3 |
F1155 – tot uw dienst
- 10
- 20
- 30
- 40°C
UTETEMPERATUR
Minimivärde
- 10
- 20
- 30
- 40°C
UTETEMPERATUR
Verschuiving stooklijn
Een verschuiving van de stooklijn
betekent dat de aanvoertempera-
tuur evenveel verandert voor alle
buitentemperaturen. Een verschui-
ving van de stooklijn van bijvoor-
beeld +2 stappen (stippellijn) ver-
hoogt de aanvoertemperatuur met
5 °C bij alle buitentemperaturen.
Aanvoertemperatuur: maxima-
le en minimale waarden
Aangezien de aanvoerleidingtempe-
ratuur niet hoger kan zijn dan de
ingestelde max. waarde of lager
dan de ingestelde min. waarde,
vlakt de stooklijn af bij deze tempe-
raturen.
tempe-
max. aanvoer-
NIBE™ F1155
33