4.1.4 Contact indicator
Wanneer u de scootmobiel aanzet, gaat dit lampje groen branden. Dit betekent dat
de scootmobiel werkt. Indien dit lampje knippert, raadpleeg dan hoofdstuk 9 van
deze handleiding.
4.1.5 Accu-indicatiemeter (analoog)
Deze meter geeft de spanning weer door middel van een naald. Bij een volle accu
staat de naald aan de rechterzijde van de meter, geheel in het groen. Naarmate de
spanning van de accu's afneemt zal de meter langzaam naar de linkerzijde bewegen,
naar het rode gedeelte toe. Voorkom altijd dat de naald alleen nog in rood gebied
zichtbaar is, zodat u te allen tijde uw bestemming bereikt en de accu's weer op kan
laden.
4.2
De Vrijloop
De vrijloop wordt gebruikt om de scooter te
kunnen duwen wanneer deze uitgeschakeld is,
of om welke reden dan ook niet meer wil
rijden. Achter de scootmobiel vindt u een
hendel waarmee u de scootmobiel in de
vrijloop kunt zetten, door de hendel om hoog
te duwen. Om de vrijloop te vergrendelen duwt
u de hendel weer in de oorspronkelijke
positie (naar achteren). Wanneer de
scootmobiel in de vrijloop staat werkt de
gashendel niet. Het is verstandig om de
vrijloop terug te plaatsen in de
rijpositie (vergrendeld) indien de scootmobiel zonder toezicht stilstaat of wanneer de
vrijloop niet meer nodig is.
Let op!: Vergrendel de vrijloop altijd na gebruik.
Het niet vergrendelen van de vrijloop kan resulteren in letsel!
4.3
De gashendel
Deze is geplaatst onder de handgrepen van het stuur. Hiermee kunt u de snelheid en het
vooruit en achteruit rijden regelen. Met de rechterzijde regelt u het vooruit rijden en de
snelheid door de hoeveelheid druk die u uitoefent. Met de linkerzijde regelt u het achteruit
rijden en de snelheid door de hoeveelheid druk die u uitoefent. Wanneer de hendel
losgelaten
wordt, gaat deze terug in de centrale positie en u zult geleidelijk stoppen. Alle remmen
vergrendelen wanneer u de hendel los laat.
Technische dienst: 085 – 77 303 77
Gebruikershandleiding
CAT 4
9