Inhoudsopgave
Advertenties
Bediening en functies
3
1
2
Afbeelding 2.
1. Voedingsindicatie lampje: Dit lampje gaat
branden om aan te geven dat de koeler
wordt gevoed door de stroombron.
2. Vloeisensor uit schakelaar: Draai de vloeisensor voor
het koelmiddel uit. Deze schakelaar kan alleen
worden
gebruikt
als
ingespoten en als de pomp moet worden ontlucht
(zie
"Eerste
gebruik
koelsysteem ontluchten").
WAARSCHUWING
De
koeler
is
voorzien
doorstroomsensor. Deze sensor detecteert een lage of
geen doorstroming van koelvloeistof. een te lage of geen
doorstroming
zorgt
er
uitgeschakeld wordt om schade aan de lastoorts te
voorkomen.
3. Reservoir
voor
koelmiddel
doorzichtige reservoir maakt het mogelijk om de
waarde van het koelmiddel te regelen.
4. Snelkoppeling: Uitlaat van het koelmiddel
(voert het koelmiddel naar de toorts/het
pistool).
5. Snelkoppeling: Inlaat voor het koelmiddel
(voert warm koelmiddel uit de toorts/het
pistool).
6. Minimum
vloeistofniveau:
koelmiddel waarin de koeler kan werken.
9
Afbeelding 3.
7. Zekering: Gebruik de trage 2A zekering (zie
"Reserveonderdelen" sectie).
Nederlandse
4
5
6
de
pomp
moet
worden
van
de
koeler
en
Het
van
een
automatische
voor
dat
de
lasstroom
met
moer:
Het
Bepaal
het
niveau
8
7
8. Voedingskabel met 9-PENS contrastekker.
9. Ventilatiesleuven:
luchtkoeling mogelijk (Afbeelding 4).
Bewegende delen kunnen letsel veroorzaken. Nooit met
de vingers in de openingen van de koeler komen.
Vermijd het plaatsen van de koeler in de buurt van een
vloeistoftrechter of een zeer stoffige omgeving.
Circulation of Coolant in the Cooler
Waarschuwing: De temperatuur van de omgevingslucht
is van invloed op de parameters van de koeling. Als de
omgevingstemperatuur hoger is, zal het koelsysteem
minder effectief zijn.
Vermijd het plaatsen van de koeler in de buurt van
plaatsen met extreme hitte.
De COOLARC 21 voorbereiden voor
werk
Vul het koelmiddelreservoir.
Sluit de COOLARC 21 aan op de stroombron.
Schakel de stroombron in.
Waarschuwing: Bij de eerste keer dat de koeler
wordt gebruikt, moet hij worden vooringespoten met
koelmiddel.
Schakel de stroombron uit.
Sluit de slangen van de waterkoeler aan op het
inlaat- [5] en het uitlaatcontact- [4] van de koeler
(Afbeelding 7).
Schakel de stroombron in.
Waarschuwing: De slangen van de waterkoeler
moeten mogelijk worden ontlucht.
6
Maken
juiste
circulatie
Afbeelding 4.
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
Afbeelding 5.
WAARSCHUWING
Nederlandse
van
Advertenties
Inhoudsopgave
