Hoofdstuk 6 – Vervangen van filters
Neem de filterklemmen los, die het
4.
filter in de module vasthouden door
deze uit de groeven te trekken.
Til de module van het filter.
7.
Let op, dat het filter volledig in de
10.
module is gezet. Zet de klemmen
in de groeven in de binnenzijde van
de module en druk ze naar beneden.
24
Draai de module onderste boven.
5.
Gooi het gebruikte filter weg in de
8.
plastic zak waarin het nieuwe filter
werd geleverd.
Zet de module terug in de
11.
behuizing. Zie hoofdstuk 6.3 voor
details over het sluiten van de
behuizing.
Duw met de palm van de hand op het
6.
filter naar beneden en maak de
module los.
TOP
TOP
T
Draai de module om en zet het
9.
nieuwe filter in. Let op, dat de pijlen
op het filteretiket naar boven wijzen.
Belangrijk: Nadat een filter is vervangen,
de bewaking van de filterlevensduur weer
op nul stellen (zie hoofdstuk 4.4.8).
* Als schadelijke substanties werden
uitgefilterd, dan kan het weggooien van de
gebruikte filters onderhevig zijn aan
plaatselijke wet of regelgeving.