9.
Werking
a) Met afstandsbediening
Gedetailleerde aanwijzingen voor de bediening van de desbetreffende
afstandsbesturing vindt u in de bijbehorende gebruiksaanwijzing van de zenders.
Hieronder wordt alleen de bediening door een zender met 2 toetsen per kanaal uitgelegd:
Inschakelen:
Uitschakelen:
Omhoog dimmen:
Omlaag dimmen:
Onderstaande extra functies zijn hierbij mogelijk:
• •
Als de lamp op een bepaalde helderheid gedimd wordt blijft deze waarde bij het uitscha-
kelen bewaard en wordt bij de volgende keer inschakelen overgenomen.
• •
Als in uitgeschakelde toestand de rechter toets ca. 0,4 seconden ingedrukt en vastge-
houden wordt, dan schakelt zich de dimmer niet met de geprogrammeerde helderheid in
maar met de laagste helderheid. Daarna wordt zo lang omhoog gedimd tot u de toets
loslaat.
• •
Als in uitgeschakelde toestand de linker toets ingedrukt wordt, dan schakelt zich de lamp
van de dimmer met de hoogste helderheid in en dimt dan langzaam omlaag tot u de
toets loslaat.
b) Directe bediening
Indien nodig kan de aangesloten lamp via een op de dimmer aangesloten schakeltoets in- of
uitgeschakeld worden; ook het dimmen is mogelijk.
In-/ uitschakelen:
Dimmen:
Rechter toets van het geprogrammeerde toetsenpaar kort indrukken
Linker toets van het geprogrammeerde toetsenpaar kort indrukken
Rechter toets van het geprogrammeerde toetsenpaar langer dan 0,4
seconden indrukken, de lamp wordt helderder.
Met ingeschakelde lamp linker toets van het geprogrammeerde toet-
senpaar langer dan 0,4 seconden indrukken, de lamp wordt donkerder.
Druk kort op de schakeltoets die op de dimmer aangesloten is (scha-
keltoestand van de aangesloten verbruiker: Aan, Uit, Aan, Uit enz.).
Druk langer dan 0,4 seconden op de schakeltoets. Zo lang de toets
ingedrukt is wordt de helderheid van de lamp veranderd.
Druk echter niet langer dan maximaal 15 seconden op de toets,
anders wordt de programmeermode geactiveerd!
Laat de toets los als de gewenste helderheid bereikt is.
Met elke druk op de toets wordt de dimrichting omgekeerd.
12