I n s t a l l a t i e
van het voertuig (bijvoorbeeld airbags). Zorg ervoor dat de carkit en
de onderdelen zo worden gemonteerd dat u er niet mee in contact
komt in het geval van een botsing of aanrijding.
Als het display van een mobiel apparaat moet worden gebruikt, zorg
er dan voor dat het apparaat in een houder is geplaatst en dat het
display van het apparaat goed zichtbaar is voor de gebruiker.
• Uw onderhoudsmonteur of dealer kan u adviseren over alternatieven
voor het correct monteren van de apparatuur in het voertuig zonder
dat u gaten hoeft te boren.
• Rook niet als u aan de auto werkt. Zorg ervoor dat u niet in de buurt
bent van open vuur.
• Zorg ervoor dat u tijdens de montage de elektriciteitskabels,
brandstof- en remleidingen en beveiligingsapparatuur niet
beschadigt.
• RF-signalen kunnen van invloed zijn op elektronische systemen in
gemotoriseerde voertuigen die verkeerd gemonteerd of onvoldoende
beschermd zijn (bijvoorbeeld elektronische systemen voor
brandstofinjectie, elektronische antiblokkeersystemen, systemen
voor elektronische snelheidsregeling, airbagsystemen). Raadpleeg de
autodealer als een van deze systemen niet meer naar behoren werkt.
• Zorg er ook voor dat de kabels niet blootstaan aan mechanische druk.
(Deze kan bijvoorbeeld ontstaan als de kabels onder stoelen of tegen
scherpe randen worden bevestigd.)
■ Integratie met een autoradiosysteem
U kunt de carkit op drie manieren op een autoradiosysteem aansluiten.
Selecteer de juiste optie aan de hand van de meegeleverde onderdelen.
Zie "Handsfree-eenheid HF-23" op pagina 41 voor meer informatie over
de connectors op de handsfree-eenheid HF-23.
U kunt de carkit aansluiten op een luidspreker met een impedantie van
ten minste 2 ohm. De optimale impedantie voor de carkit is 4 ohm. Als
de impedantie groter is dan 8 ohm, is het uitgangsvermogen aanzienlijk
lager dan normaal.
34