T e l e f o n e r e n
als het apparaat dat met de carkit is verbonden, ingeschakeld is en zich
binnen het bereik van het netwerk bevindt.
Druk in de stand-bymodus op het wiel en selecteer
Oproepinfo
en het
type oproep om de recentste oproepen te bekijken. Druk op het wiel om
het telefoonnummer van de geselecteerde oproep te bekijken en druk op
om het nummer te bellen.
■ Snelkeuze
U kunt een contactpersoon aan een van de snelkeuzenummers 1 tot en
met 9 toekennen. Zie "Snelkeuzenummers" op pagina 25 voor meer
informatie.
U kiest een snelkeuzenummer door in de stand-bymodus het wiel naar
links te draaien en naar het gewenste nummer te scrollen. De
desbetreffende contactpersoon wordt dan weergegeven. Druk op
om
deze persoon te bellen.
■ Een gesprek schakelen tussen de carkit en het
ermee verbonden apparaat
Als u een oproep van de carkit naar de compatibele telefoon wilt
overzetten, houdt u
2 seconden ingedrukt. Er zijn ook apparaten die
de Bluetooth-verbinding afsluiten totdat de oproep beëindigd is.
Als u de oproep weer terug naar de carkit wilt overzetten, drukt u op het
wiel wanneer
Opnieuw verbinding maken
wordt weergegeven, of
gebruikt u de desbetreffende functie op de telefoon.
■ DTMF-tonen verzenden
U kunt tijdens een gesprek DTMF-toonreeksen (bijvoorbeeld een
wachtwoord) verzenden. Druk op het wiel wanneer
Oproepopties
wordt
weergegeven en selecteer
DTMF
verzenden.
Scroll naar het eerste cijfer van de reeks en druk op het wiel. Selecteer
op dezelfde manier de volgende cijfers van de reeks. (Met een druk op
wist u het laatste cijfer.) Als de volledige reeks eenmaal wordt
weergegeven, drukt u op
om deze als DTMF-tonen te verzenden.
21